2006 | OriginalPaper | Hoofdstuk
Injectietechnieken
Auteurs : K. Hoogenberg, M. G. J. Willink
Gepubliceerd in: Het Insuline formularium
Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum
Extract
Voor de juiste werking is het uiterst belangrijk dat de insuline op de goede plek wordt gespoten zodat een adequate opname in het lichaam wordt bewerkstelligd.
buik
|
benen
|
billen
|
|
---|---|---|---|
waar spuiten?
|
– van de ene naar de andere zij
– denkbeeldige lijn van links naar rechts van van de navel
– onder navelstreek
|
– halverwege het bovenbeen tot halverwege de buitenzijde van het been en tot aan de liesrand
|
– bovenste buitenste kwadrant
|
voordelen
|
– relatief veel vetweefsel
– door oppervlakte meer afwisseling mogelijk
– de buik is minder gevoelig dan de benen
|
– vaak alter-natief voor spuit-defecten op benen of als het te gevoelig is
|
|
opname-snelheid
|
snel
|
gemiddeld
|
gemiddeld
|
soort insuline
|
kort werkend
werkend
|
langzaam
werkend
|
langzaam
werkend
|
let op
|
– bij buik twee vingerbreedtes
– bij navel (2-3 cm) vandaan blijven; dan is het hele gebied bruikbaar
|
– één handbreedte boven de knie blijven (minder vetweefsel) en niet aan binnenzijde benen spuiten in verband met aanwezigheid grote bloedvaten/zenuwbanen
|
– lastig bij verminderde lenigheid
|