Casus
De heer Van Dam is nog wel erg verkouden, maar wil toch zijn behandelafspraak bij de tandarts nakomen omdat het anders weer enkele weken duurt voordat hij aan de beurt is. De behandeling moet gelukkig maar tweemaal worden onderbroken vanwege een korte hoestbui en verder is er geen hinder, noch voor het team, noch voor de heer Van Dam.
Enkele dagen later klaagt de tandartsassistente over keelpijn en zij voelt zich niet fit. Met extra vitamine C, paracetamol en door vroeg naar bed te gaan, kan ze gelukkig ‘normaal’ door blijven werken. Een week later is ze weer opgeknapt en voelt zich weer de oude.
Het is de vraag of de assistente de ziekteverschijnselen in verband heeft gebracht met een mogelijke besmetting via de aërosol tijdens de behandeling van de heer Van Dam… Het ‘heerst’ toch immers? Met andere woorden: er is toch geen ontkomen aan? Of wel?