Samenvatting
De dynamische theoriegestuurde persoonlijkheidsdiagnostiek kenmerkt zich door verschillende klinische instrumenten te gebruiken en betekenis toe te kennen aan de relaties tussen de bijbehorende onderzoeksresultaten. Deze werkwijze vertaalt de testuitslagen naar een gedifferentieerde en voor de praktijk belangrijke klinische visie. Het doel van persoonlijkheidsdiagnostiek is de interacties tussen de domeinen – traits, vroege en latere persoonlijkheidsontwikkeling, toestandsbeeld, mogelijke disfuncties en klachten – zichtbaar te maken in het onderzoeksmateriaal. Maar hoe doe je dat? Dit hoofdstuk beschrijft de (gehypothetiseerde) relaties tussen persoonlijkheidstrekken, -structuren en -dynamiek en uitslagen op diverse diagnostische methoden en technieken. Dat geldt ook voor de problemen die men hierbij in de klinische praktijk als diagnosticus kan tegenkomen. Zo hebben ogenschijnlijk kleine nuances in de uitkomsten soms onevenredig grote consequenties voor beschrijvende diagnoses. Met de geëxpliciteerde theoriegestuurde interpretatiesystematiek is het mogelijk de waargenomen onderzoeksresultaten van betekenis te voorzien. Zij biedt een context waarbinnen de diagnosticus de verschillende uitkomsten kan beoordelen.