Samenvatting
Het gaat hier om de vergelijking van de glucosebepaling in capillair volbloed en die in veneus plasma. Hieraan zijn drie aspecten te onderscheiden. In de eerste plaats welke vloeistof wordt geanalyseerd: plasma (of serum) versus volbloed. In de tweede plaats welk soort bloed wordt geanalyseerd: veneus of capillair. En ten derde wat de invloed is van belasting met glucose op de uitslag. De concentratie van glucose in volbloed is ongeveer 15% lager dan die in plasma, doordat deze volbloedbepaling plaatsvindt na hemolyse en de intracellulaire glucoseconcentratie lager is dan de extracellulaire als gevolg van de glycolyse. De plasmawaarde reflecteert de extracellulaire glucoseconcentratie. Voor het verkrijgen van een juiste glucosewaarde dient de glycolyse in de cellen van het bloedmonster direct na afname te worden gestopt (door het monster meteen af te draaien, door het te koelen of door er fluoride aan toe te voegen).