Gepubliceerd in:
2015 | OriginalPaper | Hoofdstuk
17. Impulsbeheersingsstoornissen en gedragsstoornissen
Samenvatting
Impulsbeheersingsstoornissen zijn vrij zeldzaam, maar kunnen tot aanzienlijke sociale problemen leiden. Kleptomanen kunnen moeilijk weerstand bieden aan de drang tot stelen, zonder overigens belang te hechten aan het gestolen goed. Pyromanie is de onweerstaanbare drang tot brandstichten en bij de periodiek explosieve stoornis gaat het om onverwachte agressieve uitbarstingen. Veel impulsbeheersingsstoornissen worden behandeld met cognitieve gedragstherapie, die gericht is op het vergroten van de zelfcontrole. Een gunstig effect is ook beschreven van antidepressiva die de activiteit van serotonine verbeteren; een tekort aan deze neurotransmitter wordt in verband gebracht met impulsiviteit. In het algemeen hebben patiënten met impulsbeheersingsstoornissen ook na behandeling een aanzienlijke kans op terugval.
Jongeren met de normoverschrijdend-gedragsstoornis hebben geen enkel respect voor de rechten van anderen en kunnen zich moeilijk verplaatsen in anderen. De stoornis komt vooral bij jongens voor en velen van hen begeven zich op het criminele vlak. Vermoedelijk zijn zij van nature beweeglijker, hebben ze een verlaagd opwindingsniveau en zijn ze moeilijker te hanteren dan andere kinderen. Een ongunstige gezinssituatie kan bepalend zijn of deze genetische kwetsbaarheid zich ontwikkelt tot een normoverschrijdend-gedragsstoornis. In plaats van medicatie zijn cognitieve gedrags- en gezinstherapie zinvoller.