Skip to main content
Top

1986 | OriginalPaper | Hoofdstuk

17. Implicaties van de theorie

Auteurs : Dr. B. van Cranenburgh, Dr. Th. Mulder

Gepubliceerd in: Van contractie naar actie

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Abstract

Na het lezen van de soms nogal theoretische en abstracte beschouwingen zal onvermijdelijk de vraag opkomen wat de sportleraar, fysiotherapeut, ergotherapeut in de praktijk kan doen met deze, voornamelijk, laboratoriumkennis. Het beantwoorden van deze vraag is niet eenvoudig. Inderdaad is veel kennis afkomstig uit het laboratorium waar proefpersonen (en/of proefdieren) onder experimentele condities taken moeten uitvoeren die ver verwijderd lijken van het alledaagse motorische handelen van mens en dier. Toch is deze kennis te vertalen naar de trainings- c.q. therapeutische praktijk. De essentiële rol die feedback speelt bij het leren is uit de tekst duidelijk geworden en iedere trainer/therapeut doet er goed aan zich dit te realiseren. Zonder feedback, d.w.z. zonder nauwkeurige informatie over succes of falen, zal het leren slechts moeizaam verlopen. Vooral in het begin van het leer- of therapieproces speelt deze informatie over gemaakte fouten een belangrijke rol. Een simpel ‘dat was goed’ of ‘dit doen we nog eens over’ is niet voldoende, want wat was goed en wat doen we nog eens over. De leerling/patiënt zal uit de informatie moeten kunnen halen wat de fout is, d.w.z. op welke aspecten een volgende poging bijgesteld dient te worden. Het gebruik van kunstmatige bronnen van informatie (variërend van belletjes tot het terugkoppelen van informatie over emg, kracht, positie) kan hierbij zinvol zijn.
Literatuur
go back to reference Brinker, B.P.L.M. den. ‘Experimenten met verschillende myofeedbackmethoden’. Ned. T. Fysiother. 10: 317-322, 1981. Brinker, B.P.L.M. den. ‘Experimenten met verschillende myofeedbackmethoden’. Ned. T. Fysiother. 10: 317-322, 1981.
go back to reference Brinker, B.P.L.M. den. EMG feedback bij revalidatie. Sportwetenschappe- lijke onderzoekingen 6. Haarlem, de Vrieseborch, 1984. Brinker, B.P.L.M. den. EMG feedback bij revalidatie. Sportwetenschappe- lijke onderzoekingen 6. Haarlem, de Vrieseborch, 1984.
go back to reference Hiensch, M.P.J. ‘Myofeedback als behandelingsmethode na transpositie van de eindpees van de m. flexor digitorum superficialis van de ringvinger naar de duim. Deel 1’. Ned. T. Fysiother. 5: 103-109, 1979. Hiensch, M.P.J. ‘Myofeedback als behandelingsmethode na transpositie van de eindpees van de m. flexor digitorum superficialis van de ringvinger naar de duim. Deel 1’. Ned. T. Fysiother. 5: 103-109, 1979.
go back to reference Hiensch, M.P.J. ‘Myofeedback als behandelingsmethode na transpositie van de eindpees van de m. flexor digitorum superficialis van de ringvinger naar de duim. Deel 2. Ned. T. Fysiotherapie 6: 132-137, 1979. Hiensch, M.P.J. ‘Myofeedback als behandelingsmethode na transpositie van de eindpees van de m. flexor digitorum superficialis van de ringvinger naar de duim. Deel 2. Ned. T. Fysiotherapie 6: 132-137, 1979.
go back to reference Prevo, A.J.H. Over spastische parese en revalidatie. Proefschrift Vrije Universiteit Amsterdam, 1979. Prevo, A.J.H. Over spastische parese en revalidatie. Proefschrift Vrije Universiteit Amsterdam, 1979.
go back to reference Wieringen, P.C.W. van. ‘Electromyografische feedback als therapeuticum’ Ned. T. Psychol. 37: 463-470, 1981. Wieringen, P.C.W. van. ‘Electromyografische feedback als therapeuticum’ Ned. T. Psychol. 37: 463-470, 1981.
go back to reference Mulder, Th. The learning of motor control following brain damage: experimental and clinical studies. Lisse, Swets en Zeitlinger, 1985. Mulder, Th. The learning of motor control following brain damage: experimental and clinical studies. Lisse, Swets en Zeitlinger, 1985.
go back to reference Mulder, Th., J. van der Meer en W. Hulstijn. ‘EMG feedback bij het herleren van motorische controle: een revalidatie-onderzoek met 12 hemiparetische patiënten’. Ned. T. Fysiother. 93: 298-303, 1983. Mulder, Th., J. van der Meer en W. Hulstijn. ‘EMG feedback bij het herleren van motorische controle: een revalidatie-onderzoek met 12 hemiparetische patiënten’. Ned. T. Fysiother. 93: 298-303, 1983.
go back to reference Hulstijn, W. ‘Recente ontwikkelingen in theorieën over het leren van motorische vaardigheden’. Ned. T. Fysiother. 1: 21-27, 1980. Hulstijn, W. ‘Recente ontwikkelingen in theorieën over het leren van motorische vaardigheden’. Ned. T. Fysiother. 1: 21-27, 1980.
go back to reference Schellekens, J.M.H. Development of motor control. Dissertatie, Rijksuniversiteit Groningen. Schellekens, J.M.H. Development of motor control. Dissertatie, Rijksuniversiteit Groningen.
go back to reference Schellekens, J.M.H., C.A. Scholten en A.F. Kalverboer. ‘Visually guided hand movements in children with minor motor dysfunctions: response time and movement organization’. J. Child Psychol. 24: 89-102, 1983.CrossRef Schellekens, J.M.H., C.A. Scholten en A.F. Kalverboer. ‘Visually guided hand movements in children with minor motor dysfunctions: response time and movement organization’. J. Child Psychol. 24: 89-102, 1983.CrossRef
go back to reference Hulstijn, W. en Th. Mulder. ‘Stoornissen in de fijne motoriek: een poging tot diagnostiek’. In: A. Thomassen, G.P. van Galen en L.F. de Klerk (red.). Studies over de schrijfmotoriek. Lisse, Swets en Zeitlinger, 1985. Hulstijn, W. en Th. Mulder. ‘Stoornissen in de fijne motoriek: een poging tot diagnostiek’. In: A. Thomassen, G.P. van Galen en L.F. de Klerk (red.). Studies over de schrijfmotoriek. Lisse, Swets en Zeitlinger, 1985.
Metagegevens
Titel
Implicaties van de theorie
Auteurs
Dr. B. van Cranenburgh
Dr. Th. Mulder
Copyright
1986
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-313-9650-4_17