01-10-2015 | Nascholing
Immunotherapie voor de huisarts
Gepubliceerd in: Huisarts en wetenschap | Uitgave 10/2015
Log in om toegang te krijgenSamenvatting
De Groot H, Van Bentveld RDW. Immunotherapie voor de huisarts. Huisarts Wet 2015;58(10):542-6.
Allergische rhinitis en allergische conjunctivitis zijn veelvoorkomende, vaak seizoensgebonden aandoeningen die de patiënt veel ongemak bezorgen. Niet zelden worden verschillende middelen ingezet om de klachten te bestrijden, en het resultaat is wisselend. Er is steeds meer bewijs dat subcutane immunotherapie (SCIT) en sublinguale immunotherapie (SLIT) effectieve en veilige behandelingen zijn van de onderliggende aandoening. SLIT, waarbij de patiënt zelf dagelijks een smelttablet onder de tong legt, heeft daarbij het voordeel dat er geen injectie nodig is.
Immunotherapie is, ook voor de huisarts, zeker het overwegen waard voor patiënten bij wie de klachten ondanks behandeling persisteren. De indicatiestelling en het instellen van een SCIT zijn voorbehouden aan de specialist (allergoloog, kno-arts, kinderarts, longarts); de huisarts kan eventueel de onderhoudsbehandeling overnemen na een goede overdracht. Een SLIT kan echter onder voorwaarden ook door de huisarts zelf ingesteld worden. In deze nascholing worden de effectiviteit van immunotherapie, de indicaties en contra-indicaties, de veiligheid en met name de praktische uitvoering in de huisartsenpraktijk besproken.