Skip to main content
Top

1996 | OriginalPaper | Hoofdstuk

27. Hyponatriëmie door volumedepletie

Auteurs : Prof. dr. A. J. M. Donker, Dr. P. M. ter Wee, Prof. dr. J. J. Weening, Prof. dr. J. M. Wilmink

Gepubliceerd in: Nierziekten en milieu intérieur

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Abstract

Een 35-jarige taxichauffeur wordt verwezen naar de Eerste Hulp vanwege sinds één dag bestaande buikkrampen, heftig braken en duizeligheid bij het staan. De patiënt vertelt dat zijn klachten begonnen zijn na een personeels- feestje en dat verschillende collega’s dezelfde klachten schijnen te hebben.
Voetnoten
1
De urine-osmolaliteit kan variëren tussen 45 en ± 1200 mosmol/kg H2O, hetgeen overeenkomt met een soortelijke massa (sm) tussen 1001 en 1035. Indien de urine glucose, eiwitten of röntgencontrastmiddelen bevat, stijgt de sm omdat deze stoffen een (veel) groter molecuulgewicht hebben dan ureum, creatinine, Na+, K+, H2PO4 enzovoort, de normale osmolen in de urine.
 
Literatuur
go back to reference Souhami en Moxham 2e druk: fig. 21.5, pag. 849–850 en pag. 851–852. Souhami en Moxham 2e druk: fig. 21.5, pag. 849–850 en pag. 851–852.
Metagegevens
Titel
Hyponatriëmie door volumedepletie
Auteurs
Prof. dr. A. J. M. Donker
Dr. P. M. ter Wee
Prof. dr. J. J. Weening
Prof. dr. J. M. Wilmink
Copyright
1996
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-313-6387-2_29