Samenvatting
De huisarts is een generalist, een poortwachter in de zorg: alleen als het nodig is, verwijst hij een patiënt door. Dat voorkómt onnodig duur medisch handelen.
De huisarts houdt overzicht over de medische (zorg)geschiedenis van de patiënt en biedt 7 × 24 uur zorg. De praktijkassistent en praktijkondersteuner hebben dikwijls een eigen spreekuur. Een speciaal opgeleide doktersassistent verzorgt de triage: zij bepaalt hoe snel een patiënt hulp nodig heeft en wie die hulp moet bieden. Praktijkondersteuners en verpleegkundig specialisten nemen bepaalde taken van de huisarts over, zoals de begeleiding van chronisch zieken. Houdt de huisarts de eindverantwoordelijkheid, dan heet dit taakdelegatie, anders is sprake van taakherschikking.
De kwaliteit in de huisartsenpraktijk wordt bevorderd door NHG-standaarden, NHG-triagewijzer, elektronisch voorschrijfsysteem (EVS) en overleg (farmacotherapeutisch overleg (FTO) tussen huisartsen en apotheker). Huisarts en assistenten geven vaak preventieadviezen en voeren programmatische preventie uit (vaccinatie, uitstrijkjes). De kosten voor de huisarts worden vergoed vanuit het basispakket van de zorgverzekering.