Skip to main content
Top

2023 | OriginalPaper | Hoofdstuk

4. Hormonale regulatie tijdens inspanning

Auteurs : Larry W. Kenney, Jack H. Wilmore, David L. Costill, Ramón Lindauer

Gepubliceerd in: Inspannings- en sportfysiologie

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Introductie

Geeft méér testosteron een voordeel bij presteren? De androgene of anabole hormonen (testosteron en zijn chemische afgeleiden) worden gezien als de mannelijke geslachtshormonen. Maar ze zijn van nature zowel bij mannen als bij vrouwen aanwezig. Vanwege hun prestatiebevorderende effecten (op fysiek presteren, duurvermogen en herstel) zijn en worden anabolen door sporters gebruikt ondanks de vooruitgang in de testen die het gebruik ervan aantonen. Nog steeds zijn androgenen het meest gebruikte prestatiebevorderende middel bij vrouwelijke sporters. Maar sommige vrouwen hebben van nature meer circulerende androgenen, en er is veel controverse en debat of deze vrouwen wel mee mogen doen aan wedstrijden omdat ze daardoor voordeel hebben. De betrokken sportorganisaties zijn, ook door de grote aandacht hiervoor, erg geïnteresseerd in wetenschappelijk bewijs voor de relatie tussen circulerende natuurlijke androgenen en sportprestaties.
Een studie uit 2017 naar de meer dan 2.000 topatleten die deelnamen aan de IAAF Wereldkampioenschappen in 2011 en 2013 verschafte veel van de benodigde data over dit onderwerp.1 De vrouwelijke atletes (maar de mannen niet) met de hoogste concentraties testosteron presteerden beter op de 400 m, 400 m horden, 800 m, het hamerslingeren en het polsstokhoogspringen vergeleken met vrouwen met de laagste testosteronwaarden. Deze studie concludeerde dat vrouwelijke atletes met van nature hogere testosteronconcentraties een voordeel kunnen hebben ten opzichte van vrouwen met lage testosteronwaarden in specifieke atletiekdisciplines, en waarschijnlijk ook in andere sporten.
Bijlagen
Alleen toegankelijk voor geautoriseerde gebruikers
Woordenlijst
Steroïde hormonen
Hormonen met een chemische structuur overeenkomstig cholesterol. In vet oplosbaar en kunnen door celmembranen diffunderen.
Niet-steroïde hormonen
Hormonen uit eiwitten, peptiden of aminozuren. Kunnen celmembranen niet makkelijk passeren.
Insulineongevoeligheid
Het niet reageren van een doelcel op aangeboden insuline.
Up-regulatie
Een verhoogde gevoeligheid van cellen voor een hormoon, vaak veroorzaakt door een toename in receptoren voor dat hormoon.
Insulinegevoeligheid
Een aanduiding van de effectiviteit van een gegeven insulineconcentratie op het verwijderen van glucose.
Directe genactivatie
De werkwijze van steroïde hormonen. Die binden zich aan receptoren in de cel, waarna het hormoon-receptorcomplex de celkern binnengaat en bepaalde genen activeert.
Second messenger
Een substantie binnen een cel die werkt als een boodschapper nadat er een niet-steroïd hormoon gebonden is aan receptoren aan de buitenzijde van de cel.
Prostaglandinen
Substanties uit vetzuren die op lokaal niveau werken als hormonen.
Remmende factoren
Hormonen die door de hypothalamus naar het voorste deel van de hypofyse worden gestuurd, en die de afgifte van enkele andere hormonen remmen.
Groeihormoon
Een anabool werkende stof die de vetstofwisseling stimuleert en spiergroei en hypertrofie bevordert door het transport van aminozuren naar de cellen te bevorderen. Sommige sporters geloven dat groeihormoon prestatiebevorderend werkt.
Adrenaline
Een chemische verbinding die in het gehele lichaam gebruikt wordt als neurotransmitter.
Noradrenaline
Een catecholamine dat wordt afgescheiden door de bijnieren en dat, samen met adrenaline, het lichaam klaarmaakt voor ‘vechten of vluchten’. Het is ook een neuro­transmitter.
Catecholaminen
Biologisch actieve aminen (organische stoffen verkregen uit ammonia), zoals adrenaline en noradrenaline, die dienen als hormonen en als neurotransmitters in het sympathische zenuwstelsel.
Cortisol
Een corticosteroïd hormoon, afgescheiden door de adrenale cortex, dat de glycogenese stimuleert, de vetmobilisatie verhoogt, het glucosegebruik verlaagt en de afbraak van eiwitten stimuleert.
Hyperglykemie
Een verhoogde bloedsuikerspiegel.
Insuline
Een door de β-cellen in de alvleesklier geproduceerd hormoon dat de toegang van glucose van het bloed naar de cellen sterk bevordert.
Glucagon
Een hormoon afkomstig uit de alvleesklier dat de afbraak van glycogeen naar glucose in de lever (glycogenolyse) en de gluconeogenese bevordert.
Hypoglykemie
Een lage bloedsuikerspiegel.
Antidiuretisch hormoon (ADH)
Een door de hypofyse afgescheiden hormoon dat de vloeistof- en elektrolytenbalans in het bloed reguleert door het verminderen van de urinepro-ductie.
Hemoconcentratie
Een relatieve (geen absolute) toename in de hoeveelheid cellen per liter bloed. Gevolg van een afname van het plasmavolume.
Aldosteron
Een door de adrenale cortex uitgescheiden hormoon dat dehydratie tegengaat door het bevorderen van de absorptie van natrium door de nieren.
Renine
Een door nieren gevormd enzym dat het plasma-eiwit angiotensinogeen omzet in angiotensine II. Zie ook Renineangiotensinemechanisme.
Angiotensineconverterend enzym (ACE)
Een enzym dat angiotensine I omzet naar angiotensine II.
Renine-angiotensinemechanisme
De nieren reageren op een verlaging van de bloeddruk met het vormen van renine, die zorgt dat angiotensinogeen wordt omgezet in angiotensine I, die verder wordt omgezet naar angiotensine II. Angiotensine II heeft een vernauwend effect op arteriolen en zet de afgifte van aldosteron in gang.
Erytropoëtine (epo)
Het hormoon dat de aanmaak van erytrocyten (rode bloedcellen) stimuleert.
Hemodilutie
Een toename in de hoeveelheid bloedplasma, wat een verdunnend effect heeft. De hoeveelheid cellen per liter bloed neemt (relatief) af.
Leptine
Een hormoon dat voornamelijk wordt afgegeven door vetcellen, en inwerkt op receptoren op de hypothalamus om hongergevoel te remmen.
Doelcellen
De cellen die specifieke hormoonreceptoren bezitten.
Cyclisch adenosinemonofosfaat (cyclisch AMP of cAMP)
Intracellulaire tweede boodschapper die hormoon activiteit medieert.
Minerale corticoïden
Steroïde hormonen die worden afgegeven door de adrenale cortex en verantwoordelijk zijn voor de elektrolytenbalans in het lichaam (bijv. aldosteron).
Cholestocystokinine (CCK)
Een hormoon afgegeven door het maag-darmstelsel, dat de hersenen stimuleert om de eetlust te onderdrukken.
Ghreline
Een hormoon afgescheiden door de maag en de alvleesklier als de maag leeg is, om de eetlust te stimuleren.
Glucocorticoiden
Een groep steroïde hormonen geproduceerd door de adrenale cortex die helpen bij het behouden van de homeostase via hun verschillende effecten in ons gehele lichaam.
Hormoon
Een chemische substantie die wordt geproduceerd of afgescheiden door een endocriene klier en via het bloed wordt getransporteerd naar een specifiek doelweefsel.
Down-regulatie of desensitisatie
Afgenomen gevoeligheid van cellen voor een hormoon, waarschijnlijk het gevolg van een verminderd aantal beschikbare receptoren waar het hormoon zich aan kan binden.
Vrijmakende factoren
Hormonen afkomstig uit de hypothalamus gericht op de hypofyse waar dan enkele andere hormonen afgescheiden worden.
Tri-joodthyronine (T3)
Een hormoon uit de schildklier dat het tempo van de celstofwisseling én het tempo en de contractiliteit van het hart verhoogt.
Thyroxine (T4)
Een hormoon uit de schildklier dat het tempo van de celstofwisseling én het tempo en de contractiliteit van het hart verhoogt.
Osmolariteit
De verhouding van opgeloste stoffen (zoals elektrolyten) ten opzichte van de hoeveelheid vloeistof.
Autocriene hormonen
Een lokaal werkend messenger-molecuul, zoals prostaglandine.
Literatuur
1.
go back to reference Bermon, S., & Garnier, P. (2017). Serum androgen levels and their relation to performance in track and field: Mass spectrometry results from 2127 observations in male and female elite athletes. British Journal of Sports Medicine, 51, 1309-1314. Bermon, S., & Garnier, P. (2017). Serum androgen levels and their relation to performance in track and field: Mass spectrometry results from 2127 observations in male and female elite athletes. British Journal of Sports Medicine, 51, 1309-1314.
2.
go back to reference Broom, D.R., Stensel, D.J., Bishop, N.C., Burns, S.F., & Miyashita, M. (2007). Exercise-induced suppression of acylated ghrelin in humans. Journal of Applied Physiology, 102, 2165-2171. Broom, D.R., Stensel, D.J., Bishop, N.C., Burns, S.F., & Miyashita, M. (2007). Exercise-induced suppression of acylated ghrelin in humans. Journal of Applied Physiology, 102, 2165-2171.
3.
go back to reference Bruning, J.C., Gautam, D., Burks, D.J., Gillette, J., Schubert, M., Orban, P.C., Klein, R., Krone, W., Muller-Wieland, D., & Kahn, C.R. (2000). Role of brain insulin receptor in control of body weight and reproduction. Science, 289, 2122-2125. Bruning, J.C., Gautam, D., Burks, D.J., Gillette, J., Schubert, M., Orban, P.C., Klein, R., Krone, W., Muller-Wieland, D., & Kahn, C.R. (2000). Role of brain insulin receptor in control of body weight and reproduction. Science, 289, 2122-2125.
4.
go back to reference Jurimae, J., Maestu, J., Jurimae, T., Mangus, B., & von Duvillard, S.P. (2011). Peripheral signals of energy homeostasis as possible markers of training stress in athletes: A review. Metabolism: Clinical and Experimental, 60, 335-350. Jurimae, J., Maestu, J., Jurimae, T., Mangus, B., & von Duvillard, S.P. (2011). Peripheral signals of energy homeostasis as possible markers of training stress in athletes: A review. Metabolism: Clinical and Experimental, 60, 335-350.
5.
go back to reference Kjellberg, S.R., Rudhe, U., & Sjostrand, T. (1949). Increase of the amount of hemoglobin and blood volume in connection with physical training. Acta Physiologica Scandinavica, 19, 146-151. Kjellberg, S.R., Rudhe, U., & Sjostrand, T. (1949). Increase of the amount of hemoglobin and blood volume in connection with physical training. Acta Physiologica Scandinavica, 19, 146-151.
6.
go back to reference Lam, C.K., Chari, M., & Lam, T.K. (2009). CNS regulation of glucose homeostasis. Physiology, 24, 159-170. Lam, C.K., Chari, M., & Lam, T.K. (2009). CNS regulation of glucose homeostasis. Physiology, 24, 159-170.
7.
go back to reference Lam, T.K., Gutierrez-Juarez, R., Pocai, A., & Rossetti, L. (2005). Regulation of blood glucose by hypothalamic pyruvate metabolism. Science, 309, 943-947. Lam, T.K., Gutierrez-Juarez, R., Pocai, A., & Rossetti, L. (2005). Regulation of blood glucose by hypothalamic pyruvate metabolism. Science, 309, 943-947.
8.
go back to reference Leidy, H.J., Gardner, J.K., Frye, B.R., Snook, M.L., Schuchert, M.K., Richard, E.L., & Williams, N.I. (2004). Circulating ghrelin is sensitive to changes in body weight during a diet and exercise program in normal-weight young women. Journal of Clinical Endocrinology and Metabolism, 89, 2659-2664. Leidy, H.J., Gardner, J.K., Frye, B.R., Snook, M.L., Schuchert, M.K., Richard, E.L., & Williams, N.I. (2004). Circulating ghrelin is sensitive to changes in body weight during a diet and exercise program in normal-weight young women. Journal of Clinical Endocrinology and Metabolism, 89, 2659-2664.
9.
go back to reference Montero, D., Breenfeldt-Andersen, A., Oberholzer, L., Haider, T., Goetze, J.P., Meinild-Lundby, A.K., & Lundby, C. (2017). Erythropoiesis with endurance training: Dynamics and mechanisms. American Journal of Physiology: Regulatory Integrative Comparative Physiology, 312, R894–R902. Montero, D., Breenfeldt-Andersen, A., Oberholzer, L., Haider, T., Goetze, J.P., Meinild-Lundby, A.K., & Lundby, C. (2017). Erythropoiesis with endurance training: Dynamics and mechanisms. American Journal of Physiology: Regulatory Integrative Comparative Physiology, 312, R894–R902.
10.
go back to reference Stensel, D. (2010). Exercise, appetite and appetite-regulating hormones: Implications for food intake and weight control. Annals of Nutrition and Metabolism, 57(Suppl 2), 36-42. Stensel, D. (2010). Exercise, appetite and appetite-regulating hormones: Implications for food intake and weight control. Annals of Nutrition and Metabolism, 57(Suppl 2), 36-42.
Metagegevens
Titel
Hormonale regulatie tijdens inspanning
Auteurs
Larry W. Kenney
Jack H. Wilmore
David L. Costill
Ramón Lindauer
Copyright
2023
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-368-2921-2_4