Skip to main content
Top

2016 | OriginalPaper | Hoofdstuk

Hoofdstuk 19 Geslachtsverschillen bij sport en inspanning

Auteurs : W. Larry Kenney, PhD, Jack H. Wilmore, PhD, David L. Costill, PhD

Gepubliceerd in: Inspannings- en sportfysiologie

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Samenvatting

Amber Miller verrichtte twee verbazingwekkende kunststukjes tijdens één weekend in oktober 2011. De 27-jarige marathonloopster liep de marathon van Chicago terwijl ze bijna 39 weken zwanger was, waarna ze enkele uren later beviel van een meisje! Vanwege haar trainings- en wedstrijdgeschiedenis kreeg Miller van haar arts goedkeuring om deel te nemen aan de wedstrijd, mits ze afwisselend zou rennen en wandelen en veel zou drinken en eten tijdens de loop. Ze finishte net binnen de 6,5 uur. Miller had zich voorgenomen halverwege te stoppen, maar toen zij en haar man eenmaal begonnen te rennen zijn ze gewoon doorgegaan. Na afloop nam ze wat te eten en daarna ging ze naar het ziekenhuis.
Hoewel Ambers prestatie extreem is en door de meeste zwangere vrouwen niet moet worden geprobeerd, zijn artsen het er nu over het algemeen wel over eens dat als een vrouw gezond is en regelmatig hardloopt voordat ze zwanger is, dat hardlopen tijdens de zwangerschap prima is. De wereldrecordhoudster op de marathon Paula Radcliffe liep, terwijl ze zwanger was, zo’n 22,5 km per dag en ze begon enkele weken na de geboorte van haar eerste kind weer met trainen. Ze won de marathon van New York City in 2007 slechts 10 maanden na de bevalling. Het is nu onbegrijpelijk dat meisjes en vrouwen vóór 1972 werd verboden om officieel deel te nemen aan de meeste bekende marathons.
Metagegevens
Titel
Hoofdstuk 19 Geslachtsverschillen bij sport en inspanning
Auteurs
W. Larry Kenney, PhD
Jack H. Wilmore, PhD
David L. Costill, PhD
Copyright
2016
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-368-1326-6_19