Samenvatting
Veel patiënten die een buik- of thoraxoperatie hebben ondergaan, ontwikkelen een postoperatieve pulmonale complicatie. In dit hoofdstuk wordt het postoperatieve adempatroon beschreven aan de hand van veranderingen van de functionele residuale capaciteit, het ‘tidal volume’ en de vitale capaciteit. Vervolgens worden de fysiotherapeutische behandelmogelijkheden besproken en onderbouwd vanuit de fysiologie en effectonderzoek. Verder komen de factoren die het risico op een postoperatieve pulmonale complicatie verhogen en het belang van het screenen van patiënten op deze risicofactoren aan de orde. Tot slot wordt iets gezegd over ontwikkelingen in de perioperatieve zorg die een verschuiving laten zien van de post- naar de preoperatieve zorg en over de manier waarop de fysiotherapie op deze ontwikkelingen kan inspelen.