Samenvatting
Patiënten die door de collega’s van kno of kaakchirurgie geopereerd worden, kunnen om diverse redenen op de PACU opgenomen worden; vaak gaat het om een combinatie van grootte van de ingreep, zorgzwaarte en comorbiditeit van de patiënt. Als na extubatie de luchtweg mogelijk bedreigd kan raken, moet op de PACU altijd een plan gemaakt worden voor een re-intubatie. Na grote oncologische ingrepen komen patiënten vaak op de PACU met een tracheotomie met Shiley-tracheacanule of met een tracheostoma: een veilige luchtweg, zolang er geen sprake is van verstopping door sputum, bloed of weefsel. Na grote ingrepen kan niet altijd direct gevoed worden; bovendien is er binnen de oncologische hoofd-halspatiëntenpopulatie kans op refeeding met bijbehorende elektrolytstoornissen. Postoperatieve complicaties in het halsgebied kunnen resulteren in (partiële) uitval van (hersen)zenuwen. Ook chyluslekkage is in zeldzame gevallen mogelijk.