2016 | OriginalPaper | Hoofdstuk
8. Hoofd en hals
Auteurs : prof.dr. J.W.M van der Meer, prof.dr. J. van der Meer, dr. G. Linthorst, dr. C.T. Postma, prof.dr. D. Blockmans
Gepubliceerd in: Anamnese en lichamelijk onderzoek
Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum
Samenvatting
-
Bij inspectie van het gelaat kunnen al belangrijke veranderingen worden gezien, zoals die voorkomen bij (zie paragraaf Het hoofd, Algemeen):
-
myxoedeem;
-
syndroom van Cushing;
-
acromegalie;
-
sclerodermie;
-
lupus erythematodes;
-
vena-cava-superiorsyndroom.
-
Een afwijkende grootte van de pupillen komt voor bij iritis, glaucoom, syndroom van Horner, verlamming van de n. oculomotorius en intoxicaties. Bij iedere patiënt met diabetes mellitus of hypertensieve urgentie moet de oogfundus worden geïnspecteerd, waarbij speciaal moet worden gelet op exsudaten, bloedingen en papiloedeem (zie paragraaf De ogen).
-
Het gehoor kan oriënterend worden getest door middel van de zogeheten fluisterspraak (zie paragraaf De oren).
-
Cyanose van de tong is een teken van centrale cyanose. Harige leukoplakie op de tong en het kaposisarcoom op het harde verhemelte komen voor bij aids (zie paragraaf De mond).
-
Wanneer een lymfeklierzwelling na vier weken niet kleiner is geworden, moet altijd verder onderzoek volgen. Een struma kan gepaard gaan met eu-, hypo-of hyperthyreoïdie. Wanneer een harde solitaire knobbel in de schildklier groter wordt, dient altijd verder onderzoek te volgen (zie paragraaf De hals).
-