Gepubliceerd in:
2019 | OriginalPaper | Hoofdstuk
18. Hogere cerebrale functies
Samenvatting
Met ‘hogere cerebrale functies’ worden functies bedoeld als waarnemen, zich iets herinneren, redeneren, een plan uitvoeren of kwaad worden. Er wordt onderscheid gemaakt tussen cognitieve, conatieve en affectieve functies. Met cognitieve functies (‘kennen’) worden kennende of intellectuele functies bedoeld, zoals waarnemen, geheugen en redeneren; met conatieve functies (‘willen’) functies als motivatie, aandrift, initiatief en wilsbesluiten; onder affectieve functies (‘voelen’) vallen stemmingen en emoties.