Samenvatting
Het persoonlijkheidsonderzoek van een jongeman van Iraaks-Koerdische afkomst die sinds zijn veertiende in Nederland leeft, demonstreert hoe vragenlijsten voor symptomen, copingstijl en persoonlijkheid van nut kunnen zijn om vragen en vermoedens uit het interviewgedeelte verder te toetsen, ondanks dat er vraagtekens kunnen worden gezet bij de validiteit voor allochtonen van de Nederlandse normen bij die vragenlijsten. Daarbij moet kritisch worden gekeken in hoeverre de bevindingen aansluiten bij wat er reeds bekend is uit interview en voorgeschiedenis. Opvallende of afwijkende bevindingen moeten kritisch worden geanalyseerd. Men moet geen geautomatiseerde rapportgeneratoren gebruiken of standaardprofielcodebeschrijvingen kritiekloos overnemen. Projectief materiaal kan licht werpen op onderliggende motieven, dominante waarden en normen, en op hoe iemand tegen zichzelf, anderen en de wereld aankijkt. Het is raadzaam om in de literatuur genoemde, mogelijke verklaringen niet kritiekloos en als standaard over te nemen, maar ook hier na te vragen wat de cliënt mogelijk heeft willen uitdrukken.