Gepubliceerd in:
01-04-2013 | Wat Speelt
Hoestaathetnumet
Auteur:
Bohn Stafleu van Loghum
Gepubliceerd in:
Jeugd en Co
|
Uitgave 2/2013
Log in om toegang te krijgen
Extract
Jeugdzorg zou zich veel eerder en vaker moeten bemoeien met risicomoeders, was te lezen in JeugdenCo 3 van 2008. “Inmiddels is het besef dat je ongeboren kinderen bij de Raad voor de Kinderbescherming kunt melden sterk toegenomen bij professionals”, vertelt Rian Teeuw, kinderarts Sociale Pediatrie bij het AMC en voorzitter TASK-Amsterdam (Transmuraal Academisch Samenwerkingsverband Kindermishandeling). Zij schreef hierover ruim vijf jaar geleden een opiniestuk in Trouw, met een collega. “Maar een tijdige melding blijft vaak nog achterwege. De meeste meldingen komen pas in de zevende of achtste zwangerschapsmaand bij de Raad binnen. De ondertoezichtstelling (ots) is dan pas vlak voor of na de geboorte. Terwijl vanaf de vierentwintigste week al een ots gegeven kan worden.” Een gemiste kans, vindt ze. “Juist de ongeboren baby kan baat hebben bij hulp aan de moeder: een uithuisplaatsing kan soms worden voorkomen of verloopt rustiger.” Toch neemt het aantal verzoeken om ondertoezichtstelling van ongeboren kinderen jaarlijks flink toe: van 132 keer in 2009 tot 251 keer in 2011. Het gaat dan om kinderen vanaf de vierentwintigste week van de zwangerschap, omdat zij dan levensvatbaar zijn en wettelijk bestaansrecht hebben. …