Skip to main content
Top

2004 | OriginalPaper | Hoofdstuk

6. Hoe zijn de ingewanden met het zenuwstelsel verbonden?

Auteur : Dr. Ben van Cranenburgh

Gepubliceerd in: Segmentale verschijnselen

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Abstract

Voor inzicht in de segmentale diagnostiek is het noodzakelijk te weten hoe prikkels vanuit de ingewanden het ruggenmerg of de hersenstam bereiken: de afferente segmentale innervatie. Wanneer deze wegen bekend zijn weten we welke ruggenmergssegmenten ‘met impulsen gebombardeerd’ worden, dat wil zeggen hyperactief zijn. Omdat de organen zelf, de vliezen en kapsels, en de dichtstbijzijnde thorax- of buikwand verschillend geïnnerveerd kunnen zijn, kunnen complexe situaties ontstaan. Een beginnend ziekteproces in een intern orgaan zal bijna altijd meer zenuwwegen tegelijk activeren.
Literatuur
go back to reference Bing, R.,Kompendium der topischen Gehirn- und Rückenmarks-diagnostik. Benno Schwabe, Basel, 1945. Bing, R.,Kompendium der topischen Gehirn- und Rückenmarks-diagnostik. Benno Schwabe, Basel, 1945.
go back to reference Spillane, J.D. en J.A. Spillane, An atlas of clinical neurology, 3e druk. Oxford, 1982. Spillane, J.D. en J.A. Spillane, An atlas of clinical neurology, 3e druk. Oxford, 1982.
go back to reference Mumenthaler, M.en H.Schliack. Läsionen peripherer Nerven.Stuttgart, Thieme, 1977. Mumenthaler, M.en H.Schliack. Läsionen peripherer Nerven.Stuttgart, Thieme, 1977.
go back to reference Johnson, R. en J.Spalding.Disorders of the autonomic nervous system. Oxford, Blackwell Scientific Publications Ltd., 1974. Johnson, R. en J.Spalding.Disorders of the autonomic nervous system. Oxford, Blackwell Scientific Publications Ltd., 1974.
Metagegevens
Titel
Hoe zijn de ingewanden met het zenuwstelsel verbonden?
Auteur
Dr. Ben van Cranenburgh
Copyright
2004
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-313-6357-5_6