Skip to main content
Top

2013 | OriginalPaper | Hoofdstuk

4 Historische achtergronden

Auteur : J.M. Boot

Gepubliceerd in: De Nederlandse gezondheidszorg

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Samenvatting

In dit deel worden de voorzieningen van de Nederlandse gezondheidszorg behandeld zoals die tezamen de volksgezondheid in Nederland onderhouden en bevorderen. Er is een indeling te maken in curatieve voorzieningen zoals ziekenhuizen, huisartsenpraktijken en praktijken van paramedische zorg, voorzieningen van verpleging en verzorging zoals verpleeghuizen, woon-zorgcombinaties en thuiszorg, en preventieve voorzieningen, zoals het Rijksvaccinatieprogramma (RVP), de vroegtijdige signalering van borstkanker (screening) en de jeugdgezondheidszorg (JGZ).
Voetnoten
1
Ministerie van Volksgezondheid en Milieuhygiëne, Structuurnota Gezondheidszorg, Staatsuitgeverij, ’s-Gravenhage, 1974. Zie verder: Ministerie van Volksgezondheid en Milieuhygiëne, Schets van de Eerstelijnsgezondheidszorg, ’s-Gravenhage, 1980, en Ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Sport, Nota eerstelijnszorg, ’s-Gravenhage, 1983.
 
2
Zie hierover: Querido, A., Godshuizen en gasthuizen. Een geschiedenis van de ziekenverpleging in West-Europa, Wetenschappelijke Uitgeverij, Amsterdam, 1967, 2e druk; Schut, J., Van dolhuys tot psychiatrisch centrum; ontwikkeling en funktie, De Toorts, Haarlem, 1970.
 
3
Zie hiervoor: Taak en functie van het verpleeghuis, Nationale Ziekenhuisraad, sectie Verpleeghuizen, Utrecht, 1981, en ‘Taak en functie verzorgingstehuis/verpleeghuis’, in: Advies samenwerking tussen bejaardenoorden en verpleeghuizen, Nationale Raad voor de Volksgezondheid, Zoetermeer, 1985, bijlage 6.
 
4
Zie hiervoor: Bambang Oetomo, R., Van asyl tot revalidatiecentrum; de opkomst en doorwerking van de resocialiseringsgedachte in Nederlandse psychiatrische inrichtingen, Wolters-Noordhoff, Groningen, 1970; Binneveld, H., Filantropie, repressie en medische zorg; geschiedenis van de inrichtingspsychiatrie, Van Loghum Slaterus, Deventer, 1985.
 
5
Zie: Bierenbroodspot, P., De therapeutische gemeenschap en het traditionele ziekenhuis, Boom, Meppel, 1979.
 
6
Zie bijvoorbeeld: Meulenbroek, H., De strijd om de psychotherapie, Instituut voor Ziekenhuiswetenschappen, Utrecht, 1982.
 
7
Zie hiervoor: Romme, M.A.J. (red.), Geestelijke gezondheidszorg; voorzieningen, werkwijzen, doelgroepen, medewerkers, financiering, omvang, Stafleu, Alphen aan den Rijn, 1984, hfdst. 5; Grinten, T. van der, De vorming van de ambulante geestelijke gezondheidszorg. Een historisch beleidsonderzoek, Ambo, Baarn, 1987.
 
8
Zie voor een geschiedenis van de zorg voor mensen met een verstandelijke handicap: Tonkens, E. en I. Weijers, ‘De geschiedenis van de zorg voor mensen met een verstandelijke handicap’, in: Gemert, G.H. van en R.B. Minderaa (red.), Zorg voor mensen met een verstandelijke handicap, Van Gorcum, Assen, 1997/2000 (4e, herziene druk/5e, ongewijzigde druk), p. 15-32.
 
9
Zie hierover: Kingma, T., Zorg voor geestelijk gehandicapten; ontwikkelingen in hulpverlening en voorzieningen, Samsom, Alphen aan den Rijn/Brussel, 1980. Zie ook: Tonkens, E. en I. Weijers, ‘De geschiedenis van de zorg voor mensen met een verstandelijke handicap’, in: Gemert, G.H. van en R.B. Minderaa (red.), Zorg voor mensen met een verstandelijke handicap, Van Gorcum, Assen, 1997/2000 (4e, herziene druk/5e, ongewijzigde druk), p. 15-32.
 
10
Zie hiervoor: Gemert, G.H. van en R.B. Minderaa (red.), a.w., deel III en IV, p. 159-274.
 
11
Zie recentelijk van de twee ministers van VWS in het eerste decennium van deze eeuw: Hoogervorst, H., ‘Stand van zaken actieprogramma versterking eerstelijnszorg’, in: Acute zorg, brief van de minister van Volksgezondheid aan de Tweede Kamer d.d. 8 april 2005, Vergaderjaar 2004-2005, 29 247 (nr. 24), Den Haag, 2005, bijlage 2; Klink, A., Versterking geïntegreerde eerstelijnszorg (CZ-EKZ-2782573), Ministerie van VWS, Den Haag, 2007; Klink, A., Visie op de eerstelijnszorg: “Dynamische eerstelijnszorg” (CZ/EKZ/2825209), Ministerie van VWS, Den Haag, 2008. Zie verder in dit kader: Landelijk Overleg Versterking Eerstelijnszorg (LOVE): Intentieverklaring Versterking Eerstelijns Gezondheidszorg (2004); Programma Versterking Eerstelijnszorg, basisversie (2005); Programma Versterking Eerstelijnszorg (2007); ZonMw, Evidence en population based eerstelijnszorg; een verkenning naar breed gedragen prioriteiten voor een ZonMw-programma, Den Haag, 2008.
 
12
Zie: Ministerie van Volksgezondheid en Milieuhygiëne, Schets van de Eerstelijnsgezondheidszorg, ’s-Gravenhage, 1980; Ministerie van WVC, Nota eerstelijnszorg, ’s-Gravenhage, 1983.
 
13
Goudsmit, J., Anderhalve eeuw dokteren aan de arts, Amsterdam, 1978.
 
14
Houwaart, E., ‘Het Hoge Woord: de huisarts sterft uit’, in: Historisch Nieuwsblad, 26-8-2003.
 
15
Idem.
 
16
Juffermans, P., Staat en gezondheidszorg in Nederland, Nijmegen, 1982.
 
17
Melker, R.A. de, ‘De huisarts: gezinsarts en poortwachter’, in: Schrijvers, A.J.P. (red.), Een kathedraal van zorg; een inleiding over het functioneren van de gezondheidszorg, Elsevier gezondheidszorg, Maarssen, 2001 (derde, geheel herziene druk), p. 102.
 
18
Zie: Querido, A., De wit-gele vlam, Utrecht, 1973; Knapen, M.H.J.M., e.a., Wijkverpleegkundigen en huisarts in de thuisgezondheidszorg, Nijmegen, 1975; Groenewegen, P.P. (red.), Vestigingsbeleid voor huisartsen, NHI, Utrecht, 1981.
 
19
Zie: Querido, A., a.w.
 
20
Zie: Ministerie van Volksgezondheid en Milieuhygiëne, Nota basisgezondheidsdiensten, ’s-Gravenhage, 1980.
 
21
Hutten, J.B.F. en A. Kerkstra, ‘Home care is what people want’, in: Rooij, E. van e.a. (red.), Health and health care in the Netherlands, Elsevier gezondheidszorg, Maarssen, 2002 (2nd Revised edition), p. 102-105.
 
22
Centrale Raad voor de Gezinsverzorging, Ontstaan en ontwikkeling van de gezinsverzorging, Utrecht, 1978.
 
23
Voor nadere informatie over koepelorganisaties en adviesorganen op het terrein van de gezondheidszorg en de maatschappelijke dienstverlening uit die tijd, kan verwezen worden naar: ITS, NIMAWO, SCP, De structuur van het beleidsveld zorg, SCP-cahier nr. 23, Rijswijk, 1981.
 
24
Beljon, J. en K. Geelen, Maatschappelijk werk in de eerstelijn. Samenvatting van een trend-report, ’s-Gravenhage/Tilburg, 1979; Goewie, R., e.a., Huishouden in Holland, ’s-Gravenhage, 1980.
 
25
Zie o.a.: Knelpunten nota. Rapport van de beraadsgroep knelpunten, Harmonisatie welzijnsbeleid en welzijnsbehartiging, ’s-Gravenhage, 1974.
 
26
Putter, C. de en J. den Dekker, ‘Dental health care’, in: Rooij, E. van e.a. (red.), Health and health care in the Netherlands, Elsevier gezondheidszorg, Maarssen, 2002 (2nd Revised edition), p. 102-105. Zie voor de historische ontwikkeling van de tandheelkundige zorg verder: Dekker, J. den, Mondzorg in sociaal perspectief, Bohn Stafleu Van Logum, Houten, 2008, p. 58–70 en Hegener, M., ‘De geschiedenis van de NMT tot 1980’, in: Hanedoes, P. (red.), Nederlandse Maatschappij tot bevordering der tandheelkunde 1914 -1989, NMT, Nieuwegein, 1989, p. 41-93.
 
27
Schelven, A.A. van (red.), Van hoepelrok tot pruikentooi, G.F. Callenbach N.V, Nijkerk.
 
28
Gerritsen, H.J., ‘Providing pharmaceutical care: no business but care’, in: Rooij, E. van e.a. (red.), Health and health care in the Netherlands, Elsevier gezondheidszorg, Maarssen, 2002 (2nd Revised edition), p. 89-90.
 
29
CBS Webmagazine 16 februari 2009.
 
30
Visser, G.A.H., ‘Obstetric care: relic or example’, in: Rooij, E. van e.a. (red.), Health and health care in the Netherlands, Elsevier gezondheidszorg, Maarssen, 2002 (2nd Revised edition), p. 79-80.
 
31
Zie: Klinkert, J.J., Verloskundigen en artsen. Verleden en heden van enkele professionele beroepen in de gezondheidszorg, Alphen aan den Rijn/Brussel, 1980.
 
32
CBS/VOMIL, Vademecum gezondheidsstatistiek Nederland 1981, ’s-Gravenhage, 1981, p. 60.
 
33
CBS Webmagazine 16 februari 2009.
 
34
Logopedie kreeg een veel ruimere betekenis: het omvat opsporen, diagnosticeren, begeleiden, adviseren en behandelen van patiënten met spraak-, taal-, stem- en gehoorstoornissen. Zie: Leenders, J.H.A., ‘Notitie betreffende logopedie’, in: Logopedie en Foniatrie, 58 (1986), nr. 9.
 
35
Beroepsverenigingen waren: Nederlandse Mensendieck Bond (NMB), Nederlandse Vereniging van Diëtisten (NVD), Vereniging Bewegingsleer Cesar (VBC), Nederlandse Vereniging voor Logopedie en Foniatrie (NVLF) met als dochterverenigingen de Nederlandse Vereniging van Logopedisten in dienst van de intra- en extramurale Gezondheidszorg (NVLG), Nederlandse Vereniging voor Logopedisten verbonden aan (semi-)Overheid en Onderwijs (NVLOO) en de Nederlandse Vereniging voor zelfstandig gevestigde Logopedisten in het vrije beroep.
 
36
Zie: Aakster, C.W. en G. Kuiper, (red.), Leerboek medische sociologie, Groningen/Deventer, 1984, 2e herziene druk.
 
37
Haas, J.G., ‘Het probleem van de onbevoegde genezers’, Tijdschrift voor Parapsychologie, 28 (1960), p. 189-198.
 
38
Bakker, L.F., Kwakzalverij en onbevoegd uitoefenen der geneeskunst (dissertatie), Van Gorcum, Assen, 1969.
 
39
Cassée, 1970, aangehaald in: Dijk, P. van, ‘Omvang alternatieve geneeswijzen in Nederland’, in: TIG Jaarboek 2005-2006, 21/22 (1), p. 13.
 
40
Dijk, P. van, ‘Omvang alternatieve geneeswijzen in Nederland’, in: TIG Jaarboek 2005-2006, 21/22 (1), p. 13. Zie verder: Haan, H. de en P. van Dijk, Niet-universitaire geneeswijzen, Uitgeverij Ankh-Hermes, Deventer, 1978.
 
41
Dijk, P.A. van, ‘De omvang van de niet-universitaire geneeskunde in Nederland’, Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde, 121 (1977), nr. 17, p. 719-725.
 
42
Ooyendijk, G. e.a., Onderzoek naar gebruik en tevredenheid met alternatieve en officiële geneeskunde, NIPG/TNO, Leiden, 1980.
 
43
Maassen van de Brink, H., De kwantitatieve betekenis van alternatieve geneeswijzen in de jaren tachtig, Nationale Raad voor de Volksgezondheid, Zoetermeer, 1987.
 
44
Voorhoeve, P.E., Commentaar ‘De kwantitatieve betekenis van de alternatieve geneeswijzen in de jaren tachtig; een rapport van de Nationale Raad voor de Volksgezondheid’, in: Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde, 132 (1988), nr. 20, p. 904-906. Zie verder: Maassen van den Brink H. en H.C.M. Vorst, Beroepsorganisaties alternatieve geneeswijzen; een inventariserend onderzoek, Nationale Raad voor de Volksgezondheid, Zoetermeer, 1986; Maassen van den Brink, H., De kwantitatieve betekenis van de alternatieve geneeswijzen in de jaren tachtig, Nationale Raadvoor de Volksgezondheid, Zoetermeer, 1987.
 
45
Zie: Haan, H. de en P. van Dijk, Niet-universitaire geneeswijzen, Uitgeverij Ankh-Hermes, Deventer, 1978.
 
46
Zie hiervoor: Medisch Contact, 30 (1975), nr. 4.
 
47
Alternatieve Geneeswijzen in Nederland, Rapport van de Commissie Alternatieve Geneeswijzen, Den Haag, Staatsuitgeverij, 1981; ‘Alternatieve geneeswijzen; Commissie Muntendam brengt advies uit’, in: Medisch Contact, 36 (1981), nr. 7, p. 190-192.
 
48
Alternatieve behandelwijzen en Wetenschappelijk Onderzoek, Gezondheidsraad, Den Haag, 1993, p. xiii-xxx.
 
49
Zie hierover: Schepers, R.M.J. en H.E.G.M. Hermans, ‘The medical profession and alternative medicine in the Netherlands: its history and recent developments’, In: Social Science & Medicine, 48 (1999), nr. 3, p. 343-351.
 
50
‘Alles over alternatieve geneeswijzen’, in: Medisch Contact, 59 (2004), nr. 3, p. 78.
 
51
Dijk, P. van, Geneeswijzen in Nederland: compendium van alternatieve geneeswijzen, Uitgeverij Ankh-Hermes, Deventer, 2003.
 
52
Aakster, C.W., ‘ Alternatieve behandelwijzen en wetenschappelijk onderzoek; samenvatting van het rapport van de Gezondheidsraad’, in: Tijdschrift voor Integrale Geneeskunde, 9 (1994), nr. 5, p. 206-207.
 
53
Stevens, P. en N. Kornalijnslijper, ‘Gemeente, gezondheid en zorg’, in: Handboek lokaal gezondheids- en zorgbeleid, Elsevier overheid, Den Haag, 2005, A1.
 
54
Kerkhoff, A.H.M., Honderd jaar gemeentelijke geneeskundige en gezondheidsdiensten, Dick Coutinho, Bussum, 1994, p 13.
 
55
Zie voor een algemene inleiding voor het lokaal bestuur: Derksen, W. en L. Schaap, Lokaal bestuur, Elsevier overheid, Den Haag, 2004, (4e druk). Zie voor een recent standpunt inzake decentralisatie in de gezondheidszorg: Decentralisatie; Brief van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijk Relaties aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, Den Haag, 16 augustus 2001, p. 25-28.
 
56
Houwaart, E.S., De hygiënisten; artsen, staat en volksgezondheid in Nederland 1840-1890, Historische Uitgeverij Groningen, Groningen, 1991, p. 293.
 
57
Samenwerken aan openbare gezondheidszorg, RVZ, Zoetermeer, 1999, p. 13-14.
 
58
Zie hiervoor: Jonker, K. en F. Mulder (red.), 57 vragen over de OGGZ, VNG uitgeverij, Den Haag, 2003.
 
59
Brief aan de voorzitter van de Tweede Kamer inzake openbare geestelijke gezondheidszorg, 25 424, nr. 2, Ministerie van VWS, Den Haag, 24 juni 1997, p. 1, Convenant tot uitvoering van het beleid inzake openbare geestelijke gezondheidszorg, VWS/VNG/GGZ Nederland/LvGGD/ZN/Federatie Opvang, Den Haag, 19 oktober 1999, Alem, V. van en J. van Corven, Openbare geestelijke gezondheidszorg (OGGZ) door een GGD; over basistaken en randvoorwaarden, Landelijke vereniging voor GGD’en (LvGGD), april 1998, Openbare geestelijke gezondheidszorg (OGGZ) in de praktijk van de maatschappelijke opvang en vrouwenopvang, Federatie Opvang, Utrecht, 2002, Rapportage lokaal/regionaal OGGZ-beleid; brief aan de voorzitter van de Tweede Kamer inzake openbare gezondheidszorg, Ministerie van VWS, Den Haag, 17 januari 2002.
 
60
Zie hiervoor: Kerkhoff, A.H.M., Honderd jaar gemeentelijke geneeskundige en gezondheidsdiensten, Dick Coutinho, Bussum, 1994.
 
61
Allema, J.E.A., J. Weiler en D.J.B. Ringoir, Amsterdam met de GG en GD, Amsterdam, Stadsdrukkerij, 1976; Bent, E. van den, Gepokt en Gemazeld, 75 jaar Haagse GG&GD, 1912-1987, GG&GD, Den Haag, 1987. Kiers, J., Dienst aan de naaste; vijftig jaar GG en GD Utrecht, GG&GD, Utrecht, 1963.
 
62
Smulders, A., ‘De gemeenten en de gezondheidszorg’, in: Medisch Contact, 29 (1974), p. 1205-1217.
 
63
Water, H.P.A. van de en W.T.M. Ooijendijk, ‘De uitvoering van algemene gezondheidszorg binnen basisgezondheidsdiensten’, in: Tijdschrift voor Sociale Geneeskunde, 62 (1984), p. 623-629. Overigens mag verondersteld worden dat het aantal GGD’en tussen de wereldoorlogen sterker gegroeid is dan hier staat aangegeven. Zie daarvoor: Kerkhoff, A.H.M., Honderd jaar gemeentelijke geneeskundige en gezondheidsdiensten, a.w., p. 44-45, en Querido, A., Gezondheidszorg en gemeentelijke overheid, Samsom, Alphen aan den Rijn, 1951, p. 105.
 
64
Heijermans, L., Gemeentelijke gezondheidszorg in Nederland, Ontwikkeling, Amsterdam, 1929, p. 403.
 
65
Zie hierover: Berkhout, H., ‘Beschouwing over de taken en werkwijze van de districtsgezondheidsdienst’, in: Tijdschrift voor Sociale Geneeskunde, 43 (1965), p. 640-644.
 
66
Zie de lijst van antwoorden d.d. 26 januari 1983 van de bewindsman van het Ministerie van WVC op Kamervragen.
 
67
Structuurnota Gezondheidszorg, Staatsuitgeverij, ’s-Gravenhage, 1974; Basisgezondheidsdiensten, schets van het beleid, Staatsuitgeverij, ’s-Gravenhage, 1980.
 
68
Zie voor deze ‘Engelse variant’ van de ambtelijke commissie van Rhijn: Vliet, I. van, ‘Sociale zekerheid in de klem’, in: Schuyt, K. en R. van der Veen (red.), De verdeelde samenleving; een inleiding in de ontwikkeling van de Nederlandse verzorgingsstaat, Stenfert Kroese, Leiden, 1987 (2e druk 1997), p. 90-92.
 
69
Basisgezondheidsdiensten, schets van het beleid, a.w.
 
70
Kerkhoff, A.H.M., a.w., p. 83.
 
71
Stimuleringsregeling basisgezondheidsdiensten, Ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur, Leidschendam, 1982. Een herzien versie verscheen in 1985.
 
72
Richtlijnen en kwaliteitseisen (concept), Ministerie van WVC, Rijswijk, 1986.
 
73
Zie brief van de staatssecretaris van WVC, Financieel beleid basisgezondheidsdiensten, Leidschendam, juni 1987, Tweede Kamer, vergaderjaar 1986-1987, 20026, nr. 1.
 
74
Kerkhoff, A.H.M., a.w., p. 96-97.
 
75
Kerkhoff, A.H.M., a.w., p. 97. Zie voor een overzicht van de positie van GGD’en op dat moment: Meijer, A.W.M. en W. van den Ouwelant, De GGD nader beschouwd, LvGGD/Universiteit Maastricht, Utrecht, 1998.
 
76
Boot, J.M. en M.H.J.M. Knapen, De Nederlandse gezondheidszorg, Het Spectrum, Utrecht, 1983, p. 95, en 2001, p. 133; Jaaroverzicht Zorg, Ministerie van VWS, Den Haag, 1998, p. 25.
 
77
Boot, J.M. en M.H.J.M. Knapen, De Nederlandse gezondheidszorg, Het Spectrum, Utrecht, 2001, p. 251; Financieel overzicht Zorg 1993, Ministerie van VWS, 1992, en: Zorgnota 2000, Ministerie van VWS, Den Haag, 1999.
 
Metagegevens
Titel
4 Historische achtergronden
Auteur
J.M. Boot
Copyright
2013
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-313-8006-0_4