01-01-2009 | Onderzoek
Het verzekeringsgeneeskundig protocol: een kwaliteitsinstrument voor de bedrijfsarts?
Gepubliceerd in: TBV – Tijdschrift voor Bedrijfs- en Verzekeringsgeneeskunde | Uitgave 1/2009
Log in om toegang te krijgenSamenvatting
Een explorerend onderzoek is uitgevoerd naar de vraag hoe de verzeke-ringsgeneeskundige protocollen zich met de praktijk van een bedrijfsarts verhouden. Voor het beantwoorden van de vraag is gebruikgemaakt van checklijsten die op basis van de verzekeringsgeneeskundige protocollen zijn opgesteld. Deze fungeren als de ‘gouden standaard’ voor het re-integratieproces. Werknemers in het onderzoek dienden meer dan zes weken (gedeeltelijk) ziek gemeld te zijn of dat in de periode van een jaar te zijn geweest met één van de volgende diagnosen: aspecifieke lage rugklachten, lumbosacraal radiculair syndroom (LRS), hartinfarct, cere-brovasculair accident (CVA), angststoornissen, overspanning en depressie. Per diagnose zijn de afwijkingen ten opzichte van de verzekeringsgeneeskundige protocollen weergegeven.
In de onderzochte bedrijfsartsenpraktijk varieert het aantal afwijkingen van het protocol per diagnose aanzienlijk, de meeste afwijkingen bij de hartinfarctdossiers, en de minste afwijkingen bij LRS-dossiers.
Daarnaast is het per diagnose ook sterk verschillend welke categorieën afwijkend wordt gescoord. Probleemoplossend gedrag en herstelbelem-merende factoren bij werkgever en werknemer blijken vooral bepalend voor arbeidsparticipatie. Hoewel beperkt van opzet, blijkt op basis van dit onderzoek het verzekeringsgeneeskundig protocol een zinvol kwaliteitsinstrument voor het handelen van de bedrijfsarts.