Inleiding
Soms treft men in EEG’s van gezonde, klachtenvrije personen verschijnselen aan, die wat hun vorm betreft lijken op verschijnselen die juist voorkomen bij patiënten. Deze verschijnselen kunnen verwarring geven bij de interpretatie en zo tot ongewenste
overreading leiden. Bij naar schatting een derde van de patiënten bij wie later de diagnose epilepsie onterecht bleek, was dit het gevolg van mis- en vooral overinterpretatie van het EEG. Er is een aantal benigne varianten met scherp of ritmisch aspect, die ten onrechte voor met epilepsie geassocieerde grafo-elementen kunnen worden aangezien. Deze zijn echter vrij gemakkelijk te herkennen op grond van hun specifieke eigenschappen wat vorm, lokalisatie en elektrische polariteit betreft. Deze worden beschreven in par.
18.4. Moeilijker is het, wanneer men pieken of piek-golfcomplexen aantreft in EEG’s van personen zonder epilepsie. Men kan hier dan niet aan de vorm of de lokalisatie van de epileptiforme activiteit zien of er wel of geen betekenis aan dient te worden gehecht. Deze verschijnselen worden besproken in par.
18.5.