Skip to main content
Top
Gepubliceerd in: Kind en adolescent 3/2006

01-09-2006 | Opmerkelijk

Het moreel oordelen van jeugdige delinquenten

Auteurs: Dr. Geert Jan Stams, mevr drs Esther Rutten

Gepubliceerd in: Kind en adolescent | Uitgave 3/2006

Log in om toegang te krijgen
share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Samenvatting

Een handeling kan alleen moreel zijn als er een moreel oordeel aan ten grondslag ligt. Dit is een belangrijk uitgangspunt van Kohlbergs stadiumtheorie over de ontwikkeling van het moreel oordelen die de morele psychologie de afgelopen 50 jaar heeft gedomineerd. Kohlberg (1969) bouwde voort op het werk van Piaget (1932), die in de ontwikkeling van het moreel oordelen een premorele en een morele fase onderscheidde. In de premorele fase is het toeschrijven van verantwoordelijkheid aan iemand voor diens handelen objectief, in die zin dat alleen aandacht wordt besteed aan de gevolgen van een handeling. Zo vinden kleuters, die in de premorele fase verkeren, een kind dat één kopje breekt bij het stelen van snoep uit een keukenkast je minder stout dan een kind dat per ongeluk tien kopjes breekt bij het helpen met de afwas. In de morele fase is het toeschrijven van verantwoordelijkheid volgens Piaget subjectief, aangezien het dan gaat om de intentie waarmee gehandeld wordt.
Literatuur
Metagegevens
Titel
Het moreel oordelen van jeugdige delinquenten
Auteurs
Dr. Geert Jan Stams
mevr drs Esther Rutten
Publicatiedatum
01-09-2006
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
Gepubliceerd in
Kind en adolescent / Uitgave 3/2006
Print ISSN: 0167-2436
Elektronisch ISSN: 1876-5998
DOI
https://doi.org/10.1007/BF03060993

Andere artikelen Uitgave 3/2006

Kind en adolescent 3/2006 Naar de uitgave