Samenvatting
De bloeddruk verandert slag op slag. Gezien het enorme aantal factoren dat in ons dagelijks leven de bloeddruk beïnvloedt, is het nog een wonder dat het meten van de bloeddruk überhaupt voorspellende waarde heeft. Om een zo betrouwbaar mogelijke schatting van de bloeddruk de verkrijgen, dient deze onder gestandaardiseerde condities gemeten te worden, namelijk zittend na vijf minuten rust en altijd aan dezelfde arm. Gemiddeld is er dan weinig verschil tussen twee opeenvolgende metingen. Hoewel dit in de Nederlandse richtlijnen niet standaard wordt aanbevolen, is het verstandig om bij een groot verschil tussen de eerste en tweede meting door te meten totdat twee metingen niet meer dan 5 mmHg systolisch of diastolisch van elkaar verschillen. Zo krijgt men een betere benadering van de werkelijke bloeddruk. Het gemiddelde van de twee metingen die het dichtst bij elkaar liggen wordt dan beschouwd als dé bloeddruk tijdens die controle. Tussen twee metingen dient ten minste één minuut te zitten.