Samenvatting
Psychiatrische diagnostiek omvat het systematisch verzamelen, ordenen, interpreteren en communiceren van medisch-psychische informatie. Het mentale-statusonderzoek (MSO) is onderdeel van de ‘classificerende diagnostiek’: een beoordeling van de psychische functies als basis voor een structuurdiagnose. Een structuurdiagnose omvat niet alleen de symptomen, maar ook hun ontstaanswijze, de subjectieve beleving van de patiënt en de impact op het dagelijks functioneren, en biologische, psychologische en sociale (stress)factoren. De psychische functies worden onderverdeeld in ‘cognitieve’, ‘affectieve’ en ‘conatieve’ functies; respectievelijk ‘denken’, ‘voelen’ en ‘doen’. Het doel van het MSO is om de psychische functies te beoordelen. Dit doe je door te luisteren naar wat de patiënt zegt, zelf actief door te vragen (exploreren), te observeren hoe de patiënt iets zegt en zich gedraagt, en door je bewust te zijn van hoe jouw eigen psychische functies en het gesprek invloed op elkaar hebben (zelfobservatie). Schroom niet om over lastige onderwerpen te beginnen, zoals suïcidaliteit of waanideeën (‘gekke gedachten’). Blijf in je vraagstellingen empathisch, authentiek en accepteer de patiënt onvoorwaardelijk zoals hij is.