01-03-2014
Het is goed als de ivoren toren rondom de j-GGZ wordt geslecht
Kromme tenen, inspiratiebron en spiegel
Gepubliceerd in: Jeugdbeleid | Uitgave 1/2014
Log in om toegang te krijgenSamenvatting
De jeugd-GGZ neemt in de Nederlandse jeugdzorg een aparte positie in. Dat is altijd zo geweest. Dat heeft onder andere te maken met de manier waarop deze sector zich bij voorkeur verankerd weet, en hoe andere partijen dat het liefst zien.
Hoe deze politieke discussie zich zal ontwikkelen, is op 9 februari 2014 nog niet te voorspellen. Zelfs een definitief standpunt van de Eerste Kamer op 11 februari a.s. wil nog niet zeggen dat er blijvend uitsluitsel is: de geschiedenis leert ons vele voorbeelden van Harry Houdini-talenten van de jeugd-GGZ in dezen.
Juist vanwege die andere kijk op ontwikkelingen werd Jos Rietveld, prominent vertegenwoordiger van de jeugd-GGZ en actief betrokken bij het beleid (zie bijvoorbeeld zijn artikel in het juninummer van 2010 in dit tijdschrift), gevraagd om het onderzoek van Clarijs tegen het licht te houden. Juist door de contrasten boven tafel te krijgen, kunnen we gemakkelijker met elkaar verder. In Nederland is eerst dissensus nodig voordat er consensus kan ontstaan.