In dit boek beschrijft de auteur situaties van patiënten die leven in het aangezicht van de dood. Ze beschrijft hoe zij, door dóór te vragen, die ander kan volgen en steunen op zijn of haar onbekende weg. Niet het aanbod van de hulpverlener staat centraal, maar het geleefde leven van diegene die daarvan afscheid moet nemen. Samen met haar collega’s in het hospice probeert zij meer oog te krijgen voor het proces van sterven. Ik was ontroerd door het voorbeeld waarin een dementerende mevrouw riep om haar schoenen – die had ze nodig om op reis te gaan. Hoe vaak denken we dan niet: dat is een delier, en handelen we daarnaar. In de verschillende hoofdstukken komen aan bod: de voorbereiding op het sterven, eenzaamheid, angst, pijn, de verandering van het lichaam en existentiële vragen. Een apart hoofdstuk wordt gewijd aan wat voortekenen zouden kunnen zijn van naderend sterven. Kortom: een lezenswaardig en ontroerend boek, dat sterke verwantschap vertoont met de theorie van presentie van Andries Baart. Zóveel indrukken raakten mij, dat ik het boek niet in èèn keer uit heb kunnen lezen. …