2014 | OriginalPaper | Hoofdstuk
12. Het formuleren van aanbevelingen
Auteurs : Tj. Wiersma, T. Zuiderent-Jerak, J.J.E. van Everdingen, J.S. Burgers
Gepubliceerd in: Handboek evidence-based richtlijnontwikkeling
Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum
Kernboodschappen
-
Aanbevelingen volgen nooit rechtstreeks uit de medisch-wetenschappelijke literatuur. Om een aanbeveling te kunnen formuleren, dient de wetenschappelijke kennis door de richtlijnmaker in de context van de dagelijkse praktijk gewaardeerd te worden.
-
Indien er geen harde conclusies kunnen worden getrokken op grond van de literatuur en de uitgangsvragen niet goed beantwoord kunnen worden, is het een taak van de opstellers van de richtlijn om toch te proberen een aanbeveling te formuleren waar de zorgverlener houvast aan heeft voor de dagelijkse praktijkvoering.
-
Naast medisch-wetenschappelijke gegevens spelen ook bijkomende overwegingen (overige overwegingen) een rol bij het formuleren van aanbevelingen. Veiligheidsaspecten, gebruiksgemak, kosten(effectiviteit), haalbaarheid en juridische overwegingen zijn daarvan de belangrijkste.
-
Aanbevelingen moeten helder en eenduidig geformuleerd zijn, zodat duidelijk is wanneer er wat gedaan moet worden.
-
Bij het formuleren van aanbevelingen is het zaak rekening te houden met de bestaande praktijk.