Samenvatting
Ons zenuwstelsel is plastisch in al zijn uithoeken: spieren, zenuwvezels, ruggenmerg, hersenstam, kleine en grote hersenen. Deze plasticiteit speelt een rol bij de ontwikkeling van kind tot volwassene, bij het leren van vaardigheden en bij herstel na hersenbeschadiging. Helaas kan plasticiteit zich ook tegen ons keren, zoals bij chronische pijn, focale dystonie en PTSS. Plasticiteit kan men beschouwen als de biologische basis van geheugen en leren, zoals het leren reageren op relevante stimuli in het verkeer (klassieke conditionering) of het ‘al doende leren’, bijvoorbeeld leren fietsen (operante conditionering). Uiteenlopend experimenteel en klinisch onderzoek kan op dit moment het belang van plasticiteit aantonen: motorische training (snowboard), tactiele training (braille) enzovoort. Geheugen berust op plasticiteit en zit dus eigenlijk overal waar neuronen zijn. Er zijn vele indelingen en vormen van geheugen: (1) expliciet/declaratief (o.a. kennis en belevenissen) versus impliciet/ procedureel (o.a. routinevaardigheden: de macht der gewoonte); (2) inprenting, opslag en oproepen van informatie berusten op verschillende neurale processen; (3) het korte-termijngeheugen (minuten) heeft zijn biologisch substraat vooral in de hippocampus; het lange-termijngeheugen (uren, dagen) lijkt niet gebonden te zijn aan een specifieke neurale structuur.