Samenvatting
In de tandartspraktijk worden pijnstillers veelvuldig voorgeschreven. Vaak gaat daarbij de voorkeur uit naar paracetamol, maar in toenemende mate worden hiervoor niet-steroïdale anti-inflammatoire farmaca (non-steroidal antiinflammatory drugs, NSAID’s) gebruikt. Zowel paracetamol als NSAID’s behoren binnen de analgetica tot de categorie niet-opioïden. NSAID’s worden, gebaseerd op hun werkingsmechanisme, ook wel prostaglandinesynthetaseremmers genoemd. De keuze uit de verschillende preparaten die kunnen worden voorgeschreven wordt bepaald door de ervaring die ermee is opgedaan, de werkingsspectra, de duur van het pijnstillend effect en het veiligheidsprofiel(Farmacotherapeutisch Kompas,2007). Soms dragen ook de toedieningsvorm en het gebruiksgemak bij. Om te komen tot een doelmatig gebruik van NSAID’s is eerst de juiste indicatiestelling nodig, waarbij de pijn naar aard (nociceptief versus niet-nociceptief) en intensiteit wordt beoordeeld. Dit hoofdstuk beschrijft de afwegingen die gemaakt moeten worden om te komen tot een doelmatig gebruik van NSAID’s in de tandartspraktijk.