Samenvatting
In de rouwgerichte modules moedigt de therapeut het kind voortdurend aan om in gedachten met de overledene te ‘praten’ en zich voor te stellen wat de overledene tegen het kind zou zeggen of zou hebben willen zeggen als die daartoe nog de kans had gehad. Veel kinderen blijven nog lang na het trauma/overlijden op deze manier in gedachten in contact staan met de overledene. Hoewel dit gedrag normaal is, is toch te hopen dat het kind langzaam maar zeker gaat accepteren dat de relatie met de overledene niet een interactie is die in het heden plaatsvindt, maar een relatie van het geheugen is (Wolfelt 1991). Sommige kinderen voelen zich misschien schuldig, alsof ze verraad plegen, als ze zich geleidelijk aanpassen aan een heden en een toekomst zonder de overledene. Maar dit is wel noodzakelijk om weer in huidige relaties te kunnen investeren.