Zorginstellingen en betrokken beroepsbeoefenaren moeten taakherschikking in praktijk implementeren. Dat stelt minister Edith Schippers in een brief aan de Tweede Kamer. De herschikking van de taken van artsen, verpleegkundig specialisten en physician assistants is mogelijk sinds een wetswijziging die per 1 januari 2012 is ingevoerd. Ook hebben de VS en PA vanaf toen vijf jaar de tijd om zelfstandig bepaalde handelingen te indiceren en uit te voeren.
Om de taakherschikking goed te laten verlopen hebben de Nederlandse Associatie Physician Assistants, Vereniging Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland en de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst gezamenlijk de ‘Handreiking implementatie taakherschikking’ opgesteld.
Juridisch
Op 1 januari 2012 is een wijziging in de wet BIG in werking getreden die herschikking mogelijk maakt. De wet kent de bevoegdheid om voorbehouden handelingen te indiceren en te verrichten onder een aantal voorwaarden toe.
Het moet gaan om handelingen die:
- op grond van de wet aan de VS/PA zijn toegekend
- die vallen binnen het deskundigheidsgebied
- die van een beperkte complexiteit zijn
- die routinematig worden verricht
- waarvan de risico’s te overzien zijn
- bovendien moet de VS of PA bekwaam zijn om de betreffende handeling te verrichten
Samen bepalen
Welke handelingen in een concrete situatie onder de nieuwe bevoegdheid vallen, blijkt niet letterlijk uit de wet. Deze biedt ruimte voor interpretatie. Per situatie zal de wettelijke regeling daarom nader uitgewerkt moeten worden. De handreiking biedt een stappenplan om de herschikking van taken te bespoedigen. Er rust dus een gezamenlijke verantwoordelijkheid op artsen, verpleegkundig specialisten en physician assistants om de handreiking te gebruiken.
Minister Schippers bedankt in haar brief de organisaties voor hun inzet om de juiste professionals op de juiste plaats te krijgen. Ook geeft ze aan dat de Handreiking ondersteuning biedt bij het invoeren van de nieuwe bevoegdheden.
Bekijk de Handreiking hier.
Auteur(s): Coen Kaaij