Inleiding
Maagzuur speelt een belangrijke rol bij het ontstaan van peptische ulcera. Oorspronkelijk bestond de behandeling uit adviezen betreffende leefwijze en dieet, waarbij melkproducten een belangrijke rol speelden. Medicamenteus hadden de anticholinergica te veel bijwerkingen in de benodigde doseringen en hadden de antacida een te korte werkingsduur. Met de komst van H2-receptorblokkerende antihistaminica vanaf 1974 en de protonpompremmers vanaf 1981 (registratie van omeprazol in 1988) zijn de behandeling en prognose van zuurgerelateerde problemen zoals ulcus pepticum en refluxoesofagitis echter ingrijpend gewijzigd. Beide typen medicamenten zijn zeer effectief en ook op langere termijn veilig en zonder veel bijwerkingen gebleken. Inmiddels zijn zowel H2-receptorantagonisten (H2RA’s) als een aantal protonpompremmers (PPI’s) zonder recept verkrijgbaar en wordt vanwege de grotere werkzaamheid overwegend de voorkeur gegeven aan PPI’s.