Skip to main content
Top

2025 | OriginalPaper | Hoofdstuk

9. Glaucoom

Auteurs : Prof. dr. C. A. B. Webers, Prof. dr. H. J. M. Beckers

Gepubliceerd in: Leerboek oogheelkunde

Uitgeverij: BSL Media & Learning

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Samenvatting

Het begrip ‘glaucoom’ omvat een aantal ziektebeelden waarin de intraoculaire druk een belangrijke rol speelt. In dit hoofdstuk worden de verschillende vormen van glaucoom besproken. Het primair openkamerhoekglaucoom komt het vaakst voor: met een incidentie van 1 per 1000 inwoners van 40 jaar en ouder per jaar is dit in Nederland een belangrijk gezondheidsprobleem. Het veel minder vaak voorkomende geslotenkamerhoekglaucoom staat in zijn meest uitgesproken vorm bekend als ‘acuut glaucoom’. Congenitaal glaucoom is zeldzaam, maar zeer visusbedreigend. De zeer jonge kinderen om wie het gaat, hebben vaak opvallend grote ogen, vandaar de benaming van dit ziektebeeld als ‘buftalmie’. Bij de bespreking van de diagnostiek komen de risicofactoren voor het ontwikkelen van glaucoom ter sprake. De belangrijkste risicofactor is de oogdruk. Ten slotte worden de behandeling, medicamenteus en chirurgisch, en preventie besproken.
Metagegevens
Titel
Glaucoom
Auteurs
Prof. dr. C. A. B. Webers
Prof. dr. H. J. M. Beckers
Copyright
2025
Uitgeverij
BSL Media & Learning
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-368-3082-9_9