Samenvatting
De gezondheidszorg in Nederland bestaat uit eerstelijnszorg door generalisten en tweedelijnszorg door specialisten. Eerstelijnszorg is zorg dichtbij, zonder verwijzing, uitgevoerd door generalisten: breed opgeleide mensen zoals de huisarts, tandarts, apotheker en hun assistenten, de verloskundige, fysiotherapeut en thuiszorgmedewerker. Voor specialistische hulp wordt verwezen naar de tweede lijn: ziekenhuizen, revalidatiecentra, instellingen voor geestelijke gezondheidszorg. Verpleeghuizen en instellingen voor mensen met verstandelijke beperking bieden specialistische zorg met verblijf. Preventie wordt steeds belangrijker. Alle beroepsgroepen doen aan preventie, vooral die in de eerste lijn en bij de GGD. Patiëntenrechten zijn vastgelegd in de WGBO (Wet geneeskundige behandelovereenkomst) en de Wkkgz (Wet Kwaliteit, klachten en geschillen zorg). In de WGBO staan regels voor dossiervorming, in de Algemene verordening gegevensuitwisseling (AVG) regels voor het uitwisselen van gegevens. In de Wkkgz is ook de wettelijke klachtenprocedure geregeld. In de Wet BIG (Beroepen individuele gezondheidszorg) staan regels voor de opleiding en beroepsuitoefening (zoals voorbehouden handelingen) en de tuchtrechtspraak.