Skip to main content
Top

2024 | OriginalPaper | Hoofdstuk

14. Gezondheidsrecht en Europa

Auteur : Prof. mr. A. C. Hendriks

Gepubliceerd in: Leerboek Gezondheidsrecht

Uitgeverij: BSL Media & Learning

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Samenvatting

Het in Nederland geldende gezondheidsrecht wordt maar ten dele bepaald door de Nederlandse wet- en regelgever. Die regels worden in toenemende mate opgesteld op het niveau van de Raad van Europa en – niet in de laatste plaats – de Europese Unie. De behoefte aan eenduidige Europese regels wordt sinds de hoogtijdagen van de covid-19-pandemie steeds sterker gevoeld. Internationale en Europese regels laten zich ook anderszins gelden in Nederland. Op grond van de Grondwet gaan verdragen boven wettelijke voorschriften (art. 94 Gw) en gelden diezelfde voorschriften niet in geval van bindende bepalingen van internationale en Europese organisaties (art. 93 Gw). Bovendien mag de Nederlandse rechter nationale wetten niet toetsen aan de Grondwet (art. 120), maar mogen die wetten wel worden getoetst aan verdragen. Alle reden om nader te kijken naar de relatie tussen het Nederlandse gezondheidsrecht en Europa, waarbij soms ook wordt gekeken naar de regels van de Verenigde Naties.
Voetnoten
1
Stb. 2022, 258.
 
2
Stcrt. 2022, 29853.
 
3
Stb. 2018, 190.
 
4
Art. 93–94 Gw.
 
5
Art. 4 VWEU.
 
6
Art. 120 Gw.
 
7
Art. 8 EVRM.
 
8
Art. 9 EVRM.
 
9
Art. 10 EVRM.
 
10
Art. 2 EVRM.
 
11
Art. 3 EVRM.
 
12
Art. 5 EVRM.
 
13
Art. 34 EVRM.
 
14
Art. 35 EVRM.
 
15
Art. 33 EVRM.
 
16
Art. 46 EVRM.
 
17
EHRM 25 april 1978, Tyrer t. het VK, nr. 5856/72, ECLI:CE:ECHR:1978:0425JUD000585672, § 31.
 
18
Zie bijvoorbeeld EHRM 29 april 2002, Pretty t. het VK, nr. 2346/02, ECLI:CE:ECHR:2002:0429JUD000234602, NJ 2004, 543 (m.nt. EA Alkema), EHRC 2002, 47 (m.nt. JH Gerards en HL Janssen), § 70.
 
19
EHRM 4 januari 2008, Shelley t. het VK (ontv.besl.), nr. 23800/06, ECLI:CE:ECHR:2008:0104DEC002380006, EHRC 2008, 61 (m.nt. AC Hendriks), GJ 2008, 61 (m.nt. AC Hendriks), EHRM 13 november 2012, Hristozov e.a. t. Bulgarije, nr. 47039/11 & 358/12, ECLI:CE:ECHR:2012:1113JUD004703911, NJ 2014, 403 (m.nt. J Legemaate), EHRC 2013, 74 (m.nt. K. van Lessen Kloeke) en EHRM 15 november 2016, Dubská en Krejzová t. Tsjechië (GC), nr. 28859/11 & 28473/12, ECLI:CE:ECHR:2016:1115JUD002885911, EHRC 2017, 38 (m.nt. AC Hendriks).
 
20
EHRM 3 november 2011, S.H. e.a. t. Oostenrijk (GC), nr. 57813/00, ECLI:CE:ECHR:2011:1103JUD005781300, EHRC 2012, 38 (m.nt. BC van Beers).
 
21
EHRM 27 augustus 2015, Parillo t. Italië (GC), nr. 46470/11, ECLI:CE:ECHR:2015:0827JUD004647011, EHRC 2015, 12 (m.nt. BC van Beers).
 
22
EHRM 10 april 2007, Evans t. het VK (GC), nr. 6339/05, ECLI:CE:ECHR:2007:0410JUD000633905, NJ 2007, 459 (m.nt. J de Boer), NJCM-Bulletin 2007, p. 872 (m.nt. M Küthe en M Turvey), EHRC 2007, 73 (m.nt. E Brems), § 77.
 
23
EHRM 17 oktober 1986, Rees t. het VK, nr. 9532/81, ECLI:CE:ECHR:1986:1017JUD000953281, NJ 1987, 945 (m.nt. EA Alkema), NJCM-Bulletin 1987, p. 545 (m.nt. LF Zwaak), § 57 en EHRM 15 maart 2016, Novruk e.a. t. Rusland, nr. 31039/11, 48511/11, 76810/12, 14618/13 en 13817/14, ECLI:CE:ECHR:2016:0315JUD003103911, EHRC 2016, 124.
 
24
EHRM 8 april 2021, Vavřička e.a. t. Tsjechië (GC), nr. 47621/13, ECLI:CE:ECHR:2021:0408JUD004762113, EHRC 2021, 109 (m.nt. AC Hendriks en PBC van Sasse van Ysselt), GJ 2021, 64 (m.nt. AC Hendriks).
 
25
EHRM 13 juni 1979, Marckx t. België, nr. 6833/74, nr. 6833/74, ECLI:CE:ECHR:1979:0613JUD000683374, (NJ 1980, 462 (m.nt. EA Alkema).
 
26
EHRM 7 februari 2013, Fabris t. Frankrijk (GC), nr. 16574/08, ECLI:CE:ECHR:2013:0628JUD001657408, EHRC 2013/88, (m.nt. JH Gerards).
 
27
EHRM 26 maart 1985, X en Y t. Nederland, nr. 8978/80, NJ 1985, 525 (m.nt. EA Alkema), NJCM-Bulletin 1985, p. 410 (m.nt. JGC Schokkenbroek), TvGR 1985, 43.
 
28
EHRM 17 juli 2014, Valentin Câmpeanu t. Roemenië (GC), nr. 47848/08, ECLI:CE:ECHR:2014:0717JUD004784808, EHRC 2014/212 (m.nt. H De Vylder).
 
29
EHRM 28 november 2000, Fiorenza t. Italië (ontv.besl), nr. 44393/98.
 
30
EHRM 17 maart 2016, Vasileva t. Bulgarije, nr. 23796/10, ECLI:CE:ECHR:2016:0317JUD002379610, EHRC 2016, 127 (m.nt. AC Hendriks), § 63,
 
31
Uitvoeriger: Hendriks AC. The Council of Europe. In: Toebes B et al. (red). Health and Human Rights. Global and European Perspectives. Cambridge: Intersentia. 2022. p. 119–162.
 
32
EHRM 9 juni 1998, L.C.B. t. het VK, nr. 23413/94, ECLI:CE:ECHR:1998:0609JUD002341394, NJ 1999, 283, § 36; EHRM 28 oktober 1998, Osman t. het VK (GC), nr. 23452/94, ECLI:CE:ECHR:1998:1028JUD002345294, NJ 2000, 1334 (m.nt. EA Alkema), NJCM-Bulletin 1999, p. 512 (m.nt. BEP Myjer), JB 1999, 25 (m.nt. AW Heringa en HL Janssen), § 115 en EHRM 31 mei 2007, Kontrová t. Slowakije, nr. 7510/04, ECLI:CE:ECHR:2007:0531JUD000751004, EHRC 2007, 85, § 49.
 
33
EHRM 17 januari 2002, Calvelli en Ciglio t. Italië (GC), nr. 32967/96, ECLI:CE:ECHR:2002:0117JUD003296796, EHRC 2002, 22 (m.nt. J van der Velde), § 49.
 
34
EHRM 3 oktober 2003, Rowley t. het VK (ontv.besl.), nr. 31914/03, ECLI:CE:ECHR:2005:0222DEC003191403, EHRM 27 juni 2006, Byrzykowski t. Polen, nr. 11562/05, ECLI:CE:ECHR:2006:0627JUD001156205, § 104 en EHRM 9 april 2013, Mehmet Şentürk en Bekir Şentürk t. Turkije, nr. 13423/09, ECLI:CE:ECHR:2013:0409JUD001342309, EHRC 2013, 142 (m.nt. BCA Toebes), NTM-NJCMBull. 2013, 52, p. 644 (m.nt. AC Hendriks).
 
35
EHRM 31 maart 2020, Jeanty t. België, nr. 82284/17, ECLI:CE:ECHR:2020:0331JUD008228417, EHRC 2020, 123, JGz 2020, /17 (m.nt. AC Hendriks).
 
36
EHRM 29 april 2002, Pretty t. het VK, nr. 2346/02, ECLI:CE:ECHR:2002:0429JUD000234602, NJ 2004, 543 (m.nt. EA Alkema), EHRC 2002, 47 (m.nt. JH Gerards en HL Janssen), § 39.
 
37
EHRM 4 oktober 2022, Mortier t. België, nr. 78017/17, ECLI:CE:ECHR:2022:1004JUD007801717, GJ 2022, 130, m.nt. (AC Hendriks).
 
38
Art. 5 lid 1 onder e EVRM.
 
39
EHRM 13 juni 2002, Anguelova t. Bulgarije, nr. 38361/97, EHRC 2002, 63 (m.nt. G de Jonge), § 154.
 
40
EHRM 24 oktober 1979, Winterwerp t. Nederland, nr. 6301/73, NJ 1980, 114 (m.nt. EA Alkema), TvGR 1980/107, § 37.
 
41
EHRM 22 oktober 2018, S., V., en A. t. Denemarken (GC), nr. 3555/12, 36679/12 en 36711/12, ECLI:CE:ECHR:2018:1022JUD0035551212, EHRC 2019, 26 (m.nt. I Tappener).
 
42
EHRM 6 juli 2023, Calvi en C.G. t. Italië, nr. 46412/21, ECLI:CE:ECHR:2023:0706JUD004641221, EHRC 2023, 181 (m.nt. A.C. Hendriks).
 
43
EHRM 25 januari 2005, Enhorn t. Zweden, nr. 56529/00, NJCM-Bulletin 2005, p. 455 (m.nt. AC Hendriks), EHRC 2005, 34 (m.nt. J van der Velde), GJ 2005, 46, § 36.
 
44
EHRM 24 oktober 1979, Winterwerp t. Nederland, nr. 6301/73, NJ 1980, 114 (m.nt. EA Alkema), TvGR 1980/107, § 39. Zie ook bijvoorbeeld EHRM 20 februari 2018, X t. Rusland, nr. 3150/15, ECLI:CE:ECHR:2018:0220JUD000315015, EHRC 2018, 88, EHRM 31 januari 2019, Rooman t. België (GC), nr. 18052/11, ECLI:CE:ECHR:2019:0131JUD001805211 en EHRM 1 juni 2021, Denis en Irvine t. België (GC), nr. 62819/17 en 63921/17, ECLI:CE:ECHR:2021:0601JUD006281917, EHRC 2021, 148 (m.nt. J Bijlsma), JGz 2021, 39 (m.nt. AC Hendriks).
 
45
EHRM 23 februari 1984, Luberti t. Italië, nr. 9019/80, TvGR 1985/1 § 9 en 31–34.
 
46
Zie bijvoorbeeld EHRM 7 april 2022, Miklić t. Kroatië, nr. 41023/19, ECLI:CE:ECHR:2022:0407JUD004102319 en EHRM 21 juni 2022, P.W. t. Oostenrijk, nr. 10425/19, ECLI:CE:ECHR:2022:0621JUD001042519, EHRC 2022, 196 (m.nt. RA Hoving), JGz 2022, 30 (m.nt. AC Hendriks).
 
47
HR 11 juni 2021, ECLI:NL:HR:2021:885, NJ 2021, 245 (m.nt. J Legemaate), JGz 2021, 62 (m.nt. RBM Keurentjes).
 
48
EHRM 5 oktober 2000, Varbanov t. Bulgarije, nr. 31365/96, BJ 2001, 36 (m.nt. WJAM Dijkers).
 
49
HR 21 februari 2003, NJ 2003, 484 (m.nt. J de Boer), BJ 2003, 20 (m.nt. WJAM Dijkers), ECLI:NL:HR:2003:AF3450.
 
50
HR 10 juli 2020, 20/01193, ECLI:NL:HR:2020:1271, NJ 2020, 398 (m.nt. J. Legemaate), JGz 2020, 62 (m.nt. E Plomp), HR 24 februari 2023, ECLI:NL:HR:2023:309, NJ 2023/98, GZR 2023/70, HR 14 april 2023, 22/04533, ECLI:NL:HR:2023:562, JGz 2023, 23 (m.nt. RH Zuijderhoudt) en HR 7 juli 2023, ECLI:NL:HR:2023:1063, NJ 2023/275, m.nt. J. Legemaate, GZR 2023/249.
 
51
EHRM 5 december 2013, Vilnes e.a. t. Noorwegen, nr. 52806/09 en nr. 22703/10, ECLI:CE:ECHR:2013:1205JUD005280609, EHRC 2014, 45 (m.nt. AC Hendriks).
 
52
EHRM 5 oktober 2006, Trocellier t. Frankrijk (ontv.besl.), nr. 75725/01, ECLI:CE:ECHR:2006:1005DEC007572501, EHRC 2007, 23 (m.nt. AC Hendriks) en EHRM 29 april 2014, L.H. t. Letland, nr. 52019/07, ECLI:CE:ECHR:2014:0429JUD005201907, EHRC 2014, 159 (m.nt. AC Hendriks).
 
53
23 september 1994, Hokkanen t. Finland, nr. 19823/92, ECLI:CE:ECHR:1994:0923JUD001982392, EHRM 6 juli 2010, Neulinger en Shuruk t. Zwitserland, nr. 41615/07, ECLI:CE:ECHR:2010:0706JUD004161507, EHRC 2010, 93 (m.nt. SWE Rutten) en EHRM 18 februari 2020, Cînţa t. Roemenië, nr. 3891/19, ECLI:CE:ECHR:2020:0218JUD000389119, EHRC 2020, 98 (m.nt. A. Broderick).
 
54
EHRM 26 maart 1985, X en Y t. Nederland, nr. 8978/80, ECLI:CE:ECHR:1985:0326JUD000897880, NJ 1985, 525 (m.nt. EA Alkema) en EHRM 4 december 2003, M.C. t. Bulgarije, nr. 39272/98, ECLI:CE:ECHR:2003:1204JUD003927298, EHRC 2004, 6 (m.nt. G Mols).
 
55
EHRM 25 maart 1992, B. t. Frankrijk (GC), nr. 13343/87 ECLI:CE:ECHR:1992:0325JUD001334387, NJ 1992, 679 (m.nt. EA Alkema), EHRM 11 juli 2002, Christine Goodwin t. het VK (GC), nr. 28957/95, ECLI:CE:ECHR:2002:0711JUD002895795, NJ 2002, 553 (m.nt. SFM Wortmann), EHRC 2002, 74 (m.nt. HL. Janssen en J van der Velde), EHRM 12 juni 2003, Van Kück t. Duitsland, nr. 35968/97, ECLI:CE:ECHR:2003:0612JUD003596897, EHRC 2003, 61 (m.nt. JH Gerards), AB 2003, 437 (m.nt. BC van Beers en BP Vermeulen) en EHRM 31 januari 2023, Y t. Frankrijk, nr. 76888/17, ECLI:CE:ECHR:2023:0131JUD007688817, EHRC 2023, 71 (m.nt. AC Hendriks en MC de Vries).
 
56
EHRM 29 april 2014, L.H. t. Letland, nr. 52019/07, ECLI:CE:ECHR:2014:0429JUD005201907, EHRC 2014, 159 (m.nt. AC Hendriks).
 
57
EHRM 4 december 2008, S. en Marper t. het VK (GC), nr. 30562/04 en 30566/04, ECLI:CE:ECHR:2008:1204JUD003056204, NJ 2009, 140 (m.nt. EA Alkema), EHRC 2009, 13 (m.nt. BJ Koops).
 
58
EHRM 25 februari 1997, Z. t. Finland, nr. 22009/93, ECLI:CE:ECHR:1997:0225JUD002200993, NJ 1999, 516 (m.nt. G Knigge), EHRM 25 november 2008, Armoniené t. Litouwen, nr. 36919/02, ECLI:CE:ECHR:2008:1125JUD003691902, EHRC 2009, 6 (mnt JH Gerards) en EHRM 26 mei 2020, P.T. t. Moldavië, nr. 1122/12, ECLI:CE:ECHR:2020:0526JUD000112212, EHRC 2020, 159.
 
59
EHRM 28 april 2009, K.H. e.a. t. Slowakije, nr. 32881/04, ECLI:CE:ECHR:2009:0428JUD003288104, GJ 2009/97, m.nt. A.C. Hendriks en EHRM 7 december 2017, Yonchev t. Bulgarije, nr. 12504/09, ECLI:CE:ECHR:2017:1207JUD001250409.
 
60
Art. 288 VWEU.
 
61
HvJ 6 september 2012, zaak C-544/10, (Deutsches Weintor eG), ECLI:EU:C:2012:526; EHRC 2013, 2 (m.nt. J Morijn).
 
62
Art. 168 VWEU en art. 9 VWEU.
 
63
Frischhut F. Standards on quality and safety in cross-border healthcare. In: Den Exter A, editor. Cross-border health care care and European Union. Rotterdam: Erasmus University Press, 2017, p. 59–86.
 
64
Gerards JH. Impact Handvest Grondrechten EU groter dan voorzien. Advocatenblad 2017, p. 54–56 en De Ruijter A (2019). EU Health Law & Policy. The Expansion of EU Power in Public Health and Health Care. Oxford: Oxford University Press, 2019.
 
65
Art. 35 EU-Grondrechtenhandvest.
 
66
HvJ 1 maart 2011, zaak C-236/09 (Test-Aankoop), NJ 2012, 120 (m.nt. MR Mok), NTM 2011, p. 758 (m.nt. RC Tobler), EHRC 2011, 64 (m.nt. Y Thierry), ECLI:EU:C:2011:100.
 
67
HvJ EU 4 mei 2016, zaak C–547/14 (Philip Morris), ECLI:EU:C:2016:325.
 
68
Art. 288 VWEU.
 
69
Art. 267 VWEU.
 
70
HvJ EU 24 juni 1969, Zaak 29/68 (Milchkontor), ECLI:EU:C:1969:29.
 
71
Art. 168 VWEU.
 
72
Art. 56 VWEU.
 
73
HvJ EG 28 april 1998, zaak C-120/95 (Decker t. Union des Caisses de Maladie), Jur. 1998, p. I-1831, NJ 1999, 190, TvGR 1998/57 (m.nt. GJA Hamilton, onder nr. 58); HvJ EG 28 april 1998, zaak C-158/96 (Kohll t. Union des Caisses de Maladie), Jur. 1998, p. I-1931, NJ 1999, 191, TvGR 1998/58 (m.nt. GJA Hamilton); HvJ EG 12 juli 2001, zaak C-368/98 (Vanbraeckel), Jur. 2001, p. I-5363; HvJ 12 juli 2001, zaak C-157/99 (Smits en Peerbooms), Jur. 2001, p. I-5473, TvGR 2001/44; HvJ EG 13 mei 2003, zaak C-385/99 (Müller-Fauré en Van Riet), Jur. 2003, p. I-4509, TvGR 2003/53 (m.nt. GJA Hamilton); HvJ EG 12 april 2005, zaak C-145/03 (Keller t. INSS en Insalud), Jur. 2005, p. I-2529, NJ 2005, 571 (m.nt. MR Mok), AB 2005, 160 (m.nt. F Pennings), GJ 2005, 60; HvJ EG 16 mei 2006, zaak C-372/04 (Watts), Jur. 2006, p. I-4325, NJ 2006, 361 (m.nt. MR Mok), GJ 2006, 96 (m.nt. GRJ de Groot), TvGR 2006/34; HvJ EG 15 juni 2006, zaak C-466/04 (Acereda Herrera), Jur. 2006, p. I-5341 en HvJ EU 9 oktober 2014, zaak C-268/13 (Petru), GJ 2014, 157, ECLI:EU:C:2014:2271.
 
74
HvJ EU 26 oktober 2023, zaak‑307/22 (F.T./D.W.); ECLI:EU:C:2023:811.
 
75
Richtlijn 2011/24/EU van 9 maart 2011 betreffende de toepassing van de rechten van patiënten bij grensoverschrijdende gezondheidszorg. Zie hierover: Pronk SA e.a. Grensoverschrijdende zorg: EU-burgers als patiënt. NTvG 2023;167:D6917.
 
76
HvJ EU 23 september 2020, zaak C-777/18 (Vas Megyei Kormányhivatal), ECLI:EU:C:2020:745.
 
77
Art. 45 VWEU.
 
78
Art. 49 VWEU.
 
79
Art. 53 lid 1 VWEU.
 
80
Art. 53 lid 2 VWEU.
 
81
Richtlijn 2005/36/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 september 2005 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties.
 
82
Richtlijn 2013/55/EU van het Europees Parlement en de Raad van 20 november 2013 tot wijziging van Richtlijn 2005/36/EG betreffende de erkenning van beroepskwalificaties en Verordening (EU) 1024/2012 betreffende de administratieve samenwerking via het Informatiesysteem interne markt (de ‘IMI-verordening’).
 
83
Besluit van 24 oktober 2016, houdende wijziging van het Registratiebesluit BIG en enkele andere besluiten in verband met wijziging van Europese regelgeving betreffende de erkenning van beroepskwalificaties.
 
84
ABRvS 22 december 2010, GJ 2011, 62 (m.nt. AL Heinen), ECLI:NL:RVS:2010:BO8322.
 
85
HvJ EU 19 september 2013, zaak C 492/12 (Conseil national de l’ordre des médecins), ECLI:EU:C:2013:576.
 
86
ABRvS 17 september 2014, ECLI:NL:RVS:2014:3414, TvGR 2014/45, ABRvS 27 december 2017, ECLI:NL:RVS:2017:3588, AB 2018, 54 (m.nt. AC Hendriks) en ABRvS 6 februari 2019, ECLI:NL:RVS:2019:345, AB 2019, 221 (m.nt. AC Hendriks).
 
87
Lisman JA, Mersch MF van der, Velink C. Geneesmiddelen en recht. Preadvies Vereniging voor Gezondheidsrecht 2006. Den Haag: Sdu Uitgevers; 2006. Barkhuysen T, Hendriks AC. Effectieve handhaving van geneesmiddelenrecht: Europees-, bestuurs- en mensenrechtelijke lessen. JGR-Plus 2010, p. 17–32.
 
88
Richtlijn 65/65/EEG van de Raad van 26 januari 1965 betreffende de aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen inzake farmaceutische specialiteiten.
 
89
Richtlijn 2001/83/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 november 2001 tot vaststelling van een communautair wetboek betreffende geneesmiddelen voor menselijk gebruik, sindsdien meerdere malen gewijzigd.
 
90
HvJ EU 18 december 2014, adviesprocedure 2/13, ECLI:EU:C:2014:2454.
 
Literatuur
1.
go back to reference Toebes B et al. (red). Health and Human Rights. Global and European Perspectives. Cambridge: Intersentia, 2022. Toebes B et al. (red). Health and Human Rights. Global and European Perspectives. Cambridge: Intersentia, 2022.
2.
go back to reference Ruijter A de. EU Health Law & Policy. The Expansion of EU Power in Public Health and Health Care. Oxford: Oxford University Press, 2019. Ruijter A de. EU Health Law & Policy. The Expansion of EU Power in Public Health and Health Care. Oxford: Oxford University Press, 2019.
3.
go back to reference Exter A den (red). Cross-border health care care and European Union. Rotterdam: Erasmus University Press, 2017. Exter A den (red). Cross-border health care care and European Union. Rotterdam: Erasmus University Press, 2017.
Metagegevens
Titel
Gezondheidsrecht en Europa
Auteur
Prof. mr. A. C. Hendriks
Copyright
2024
Uitgeverij
BSL Media & Learning
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-368-3019-5_14