Vrouwen met borstkanker hebben na een operatie lang niet allemaal chemotherapie nodig. Vraag is alleen: wie wel en wie niet? Een genentest van de tumorcellen blijkt daarvoor een goede voorspeller. Dat maakten onderzoekers van het Amsterdamse Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis bekend tijdens het European Cancer Congress, dat onlangs in Amsterdam is gehouden.
De onderzoekers hebben onderzocht hoe het er nu voorstaat met ruim vierhonderd vrouwen die vijf jaar geleden een gentest, de MammaPrint, lieten doen om vast te stellen of ze chemotherapie nodig hadden. Deze test doet op basis van zeventig genen een voorspelling over de kans op uitzaaiingen.
Volgens de gebruikelijke behandelrichtlijnen - op basis van leeftijd van de vrouw, en soort en afmeting van de tumor - zouden driehonderd van deze vrouwen te horen hebben gekregen dat ze chemotherapie nodig hadden. Maar bij ongeveer honderd van hen was de kans op uitzaaiingen volgens de gentest juist heel laag. Zij zagen daarom af van chemotherapie. Dat was een goede keuze, blijkt nu: het afzien van chemotherapie pakte niet nadelig uit voor hun gezondheid. Hun overlevingskans zonder uitzaaiingen was na vijf jaar 95 procent, net zo hoog als bij vergelijkbare patiënten die wel kozen voor chemotherapie.
Onnodige chemokuur
"Op dit moment krijgen veel vrouwen een chemokuur terwijl dat niet nodig is", concludeert onderzoekster Caroline Drukker. Door nieuwe behandelrichtlijnen uit 2012 krijgen volgens haar nog meer vrouwen dan voorheen chemotherapie na de operatie. "Toepassing van de genetische tumortest zou dus veel vrouwen een belastende chemokuur kunnen besparen." De MammaPrint wordt volgens haar nu vooral gebruikt bij twijfel over de verdere behandeling.
Het wachten is nog op een tweede grote studie naar MammaPrint, waarvan de resultaten over een jaar komen. Die studie moet het definitieve bewijs leveren dat de tumortest een betrouwbaar hulpmiddel is bij de behandeling van borstkanker.