Inleiding
Binnen de gezondheidszorg in Nederland neemt het gebruik van geneesmiddelen een belangrijke plaats in. Het geneesmiddelengebruik over de jaren 2006-2009 staat weergegeven in figuur 13.1. Het aantal personen aan wie gedurende het verslagjaar geneesmiddelen (vergoed door de verplichte basisverzekering) is verstrekt, ligt rond de 11 miljoen. Antimicrobiële middelen, geneesmiddelen voor aandoeningen aan maag-darmkanaal, luchtwegen, huid en hart en vaten werden het meest gebruikt in 2009 (figuur 13.2). In 2011 gebruikten respectievelijk 35% mannen en 41% vrouwen in de 14 dagen voorafgaande aan de gezondheidsenquête van het Centraal Bureau voor de Statistiek een door de arts voorgeschreven geneesmiddel (figuur 13.3). De percentages voor zelfmedicatie liggen iets lager. Relatief gezien maken de kosten voor geneesmiddelengebruik een klein deel uit van de totale kosten van de gezondheidszorg. Voor 2013 zijn de totale kosten voor de gezondheidszorg door het College voor Zorgverzekeraars geraamd op € 68,3 miljard. De uitgaven voor de extramurale farmaceutische zorg wordt geraamd op € 5,4 miljard. Dure geneesmiddelen die intramuraal worden toegepast, worden geraamd op € 1,2 miljard. Dus de totale farmaceutische zorg maakt ongeveer 10% uit van de totaal geraamde kosten voor de gezondheidszorg in 2013.