Skip to main content
Top

2017 | OriginalPaper | Hoofdstuk

12. Geneesmiddelen

Auteur : Mr. C. E. Philips-Santman

Gepubliceerd in: Leerboek Gezondheidsrecht

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Samenvatting

Mag een doktersassistente een geneesmiddel voorschrijven? Aan welke vereisten moet een recept eigenlijk voldoen? Mag een arts een niet-geregistreerd experimenteel geneesmiddel voorschrijven? Mag een apotheek een ander geneesmiddel aan een patiënt meegeven dan is vermeld op het recept? Maakt het voor de vergoeding van een geneesmiddel verschil of het in het ziekenhuis of daarbuiten wordt toegediend? Mag een geneesmiddel via internet worden voorgeschreven? Mag een apotheker een geneesmiddel ter hand stellen zonder recept? En wanneer mag een (huis)arts zelf een geneesmiddel aan een patiënt toedienen? De regelgeving rond geneesmiddelen stoelt in belangrijke mate op Europees recht. De Nederlandse regels zijn opgenomen in de Geneesmiddelenwet (Gnw) en daarop gebaseerde lagere regelgeving.
Voetnoten
1
Art. 1 lid 1 sub ll Gnw. In de wet- en regelgeving wordt de term ‘ter hand stellen’ gebruikt voor het rechtstreeks verstrekken of doen bezorgen van een geneesmiddel aan de patiënt voor wie het geneesmiddel is bestemd.
 
2
Richtlijn 2001/83/EG en Verordening (EG) 726/2004.
 
3
Waaronder het Besluit Geneesmiddelenwet en de Regeling Geneesmiddelenwet.
 
4
Kamerstukken II, 2003/04, 29359, nr.3 (MvT). De voorloper van de Gnw, de Wet op de Geneesmiddelenvoorziening, stelde meer eisen aan de beroepsuitoefening door de apotheker.
 
5
Art. 2 en 3 Wkkgz.
 
6
Art. 1 lid 1 sub d Gnw.
 
7
Zie Leenen HJJ, Dute JCJ, Gevers JKM et al. Handboek gezondheidsrecht. Den Haag: Boom; 2014, pag. 507–8 en de daar vermelde vindplaatsen.
 
8
Art. 40 lid 1 Gnw.
 
9
Art. 40 lid 2 Gnw.
 
10
Dagblad Trouw 26 juni 2012.
 
11
Art. 36 lid 14 onder a, b en c Wet BIG.
 
12
Art. 36 lid 14 onder d Wet BIG.
 
13
Art. 36a Wet BIG.
 
14
Tijdelijk besluit zelfstandige bevoegdheid physician assistant en Regeling voorschrijfbevoegdheid verpleegkundigen. Deze AMvB’s zijn sinds 1 januari 2012 van kracht voor de duur van vijf jaar. Op de grondslag van art. 36a lid 7 Wet BIG zijn de AMvB’s verlengd. Er is inmiddels een wetsvoorstel ingediend om de bevoegdheid definitief te regelen: Kamerstukken II 2016/17, 34630, nr. 2 (Voorstel van Wet).
 
15
Voor sommige voorschrijvers gelden wel beperkingen, bijvoorbeeld voor de physician assistant en de verpleegkundig specialist (zie ▶ par. 12.2.3).
 
16
Art. 40 lid 3 onder a Gnw.
 
17
Art. 40 lid 3 onder b Gnw.
 
18
Art. 40 lid 3 onder f Gnw en Regeling Geneesmiddelenwet artikel 3.18.
 
19
Art. 40 lid 3 onder c Gnw. De voorwaarden waaraan de IGZ een verzoek toetst zijn uitgewerkt in art. 3.17 Regeling geneesmiddelenwet.
 
20
Art. 68 Gnw.
 
22
NHG-standpunt ‘Off label voorschrijven van geneesmiddelen’, versie 2007, te raadplegen via www.​nhg.​nl.
 
23
Zie noot 20. Zie ook Farmacotherapeutischkompas: ‘voorschrijven buiten de geregistreerde indicatie’ te raadplegen via www.​farmacotherapeut​ischkompas.​nl.
 
24
De Telegraaf 6 juni 2013.
 
25
Med Contact 22 december 2016.
 
26
Zie het dossier ‘Geneesmiddelenreclame en gunstbetoon’ van de KNMG, www.​knmg.​nl.
 
27
Art. 91–93 Gnw.
 
28
Art. 94 Gnw. Zie ook Bruin ME de, Schutjens MDB, Gunstbetoon en geneesmiddelen, TvGR 2011;35:640–54.
 
29
Art. 94 Gnw. Zie ook de Gedragscode Geneesmiddelenreclame van de Stichting Code Geneesmiddelenreclame; www.​cgr.​nl.
 
30
Art. 85 Gnw.
 
31
Art. 86 tot en met 90 Gnw. Het toezicht op publieksreclame voor geneesmiddelen wordt uitgevoerd door de Keuringsraad KOAG/KAG.
 
32
Art. 1 lid 1 onder pp Gnw.
 
33
Art. 2 KNMG-richtlijn Elektronisch voorschrijven.
 
34
Elektronisch voorschrijven (EVS), www.​igz.​nl.
 
35
Richtlijn overdracht van medicatiegegevens in de keten, augustus 2008. IGZ en VWS zijn de initiatiefnemers en aanjagers van deze richtlijn.
 
36
Art. 3.1.1c KNMG Kwaliteitskader 2012.
 
37
Richtlijn online arts-patiëntcontact. Utrecht: KNMG; 2007, pag. 8-9. Zie in dit verband ook de ‘NHG checklist e-consult’, te raadplegen via www.​nhg.​org.
 
38
Zorginstituut Nederland. Beoordeling geneesmiddelen, www.​zorginstituutned​erland.​nl.
 
39
Nationale Zorggids 21 oktober 2015.
 
40
Zie in dit verband onder meer Rb. Breda 4 januari 2008, ECLI:NL:RBBRE:2008:BC1188; Hof Den Bosch 8 april 2004, ECLI:NL:GHSHE:2008:BC8903; Rb. Utrecht 27 juni 2008, ECLI:NL:RBUTR:2008:BD5600 en Rb. Utrecht 15 augustus 2008, ECLI:NL:RBUTR:2008:BE2719.
 
41
KNMP-Standpunt Preferentiebeleid, te raadplegen via www.​knmp.​nl.
 
42
Art. 2.8 lid 4 Besluit zorgverzekering.
 
43
Nota van Toelichting bij het Besluit zorgverzekering, Stb. 2005, 389.
 
44
Een uitgebreide toelichting op het door Zorginstituut Nederland gebruikte beoordelingskader is te vinden in het document ‘Beoordeling Stand van de Wetenschap en Praktijk’, januari 2015, te raadplegen via www.​zorginstituutned​erland.​nl.
 
45
College voor Zorgverzekeringen (thans Zorginstituut Nederland): Pakketbeheer specialistische geneesmiddelen, 3 december 2013.
 
47
Kamerstukken II 2015/16, 29477, nr. 358.
 
48
Zorgvisie, 11 april 2016. Zie ook: Kamerstukken II 2015/16, 29477, nr. 371.
 
49
KNMP. Richtlijn ter hand stellen. Den Haag: KNMP; 2013. pag. 4.
 
50
Artikel 61 lid 9 Gnw.
 
51
KNMP. Richtlijn ter hand stellen. Den Haag: KNMP; 2013. pag. 6.
 
52
KNMP. Standpunt onderzoeksplicht bij terhandstelling. Den Haag; KNMP; 2015. www.​knmp.​nl.
 
53
RT Groningen 21 augustus 2012, ECLI:NL:TGZRGRO:2012:YG2828.
 
54
Zie in dit verband: RT Amsterdam 19 oktober 2010, Stcrt. 2011, 5391 en RT Eindhoven 10 mei 2010, Stcrt. 2010, 10039.
 
55
KNMP. Richtlijn ter hand stellen. Den Haag: KNMP; 2013. pag. 11.
 
56
Art. 61 lid 1 onder b Gnw.
 
57
KNMP. Richtlijn ter hand stellen. Den Haag: KNMP; 2013. pag. 14.
 
58
Handreiking werkvoorraad geneesmiddelen. Actiz, GGZ Nederland, VGN; 2011. pag. 4.
 
59
Art. 61 lid 1 onder c Gnw.
 
60
Art. 6.6 lid 1 onder a Regeling geneesmiddelenwet en Art. 68 onder g Subsidieregeling publieke gezondheid (Regeling van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 12 september 2005, nr. PG-2.611.880, houdende de regels inzake de verstrekking van subsidies op het terrein van de publieke gezondheid).
 
61
KNMP. Handleiding geneesmiddelensubstitutie. Den Haag: KNMP; 2012. pag. 15 e.v. Van deze subsitutie moet worden onderscheiden de substitutie van een biologisch geneesmiddel door een zogenoemde biosimilar. Biologische geneesmiddelen zijn middelen die worden gemaakt door of afgeleid zijn van een levend organisme, zoals bacteriën, schimmels, dierlijke of menselijke cellen. De term biosimilar wordt gebruikt voor biologische geneesmiddelen die sterk lijken op (maar niet identiek zijn aan) biologische geneesmiddelen die al zijn geregistreerd. Biosimilars zijn niet te vergelijken met gewone generieke geneesmiddelen, waarvan is bewezen dat ze bio-equivalent zijn met het merkgeneesmiddel.
 
62
Het recht op terhandstelling van het voorgeschreven geneesmiddel staat los van het recht op vergoeding van het middel door de verzekeraar. Het kan dus zo zijn dat een apotheker een merkgeneesmiddel aan de patiënt ter hand moet stellen, maar dat de zorgverzekeraar het middel niet vergoedt. Bijvoorbeeld omdat er geen medische noodzaak bestaat om af te wijken van het preferente geneesmiddel.
 
63
Rb. Den Haag 29 augustus 2003, ECLI:NL:RBSGR:2003:AI1653 en Rb. Den Haag 29 augustus 2003, ECLI:NL:RBSGR:2003:AI166.3.
 
64
KNMP. Handleiding geneesmiddelensubstitutie. Den Haag: KNMP; 2013. Bijwerkingencentrum Lareb. Substitutie van geneesmiddelen. ’s-Hertogenbosch: Lareb; 2010.
 
65
CTG 11 juni 2015, ECLI:NL:TGZCTG:2015:187.
 
Literatuur
1.
go back to reference Lisman JA, Mersch MF van der, Velink C. Geneesmiddelen en recht. Preadvies uitgebracht voor de Vereniging voor Gezondheidsrecht. Den Haag: Sdu Uitgevers; 2006. Lisman JA, Mersch MF van der, Velink C. Geneesmiddelen en recht. Preadvies uitgebracht voor de Vereniging voor Gezondheidsrecht. Den Haag: Sdu Uitgevers; 2006.
2.
go back to reference Leenen HJJ et al. Handboek gezondheidsrecht. 6e druk. Den Haag: Boom; 2014. Leenen HJJ et al. Handboek gezondheidsrecht. 6e druk. Den Haag: Boom; 2014.
3.
go back to reference Moss F, Lessen Kloeke K van. Commentaar op de Geneesmiddelenwet. In: Engberts DP et al., redactie. Tekst & commentaar gezondheidsrecht. 6e druk. Deventer: Kluwer; 2015. pag. 721–1044. Moss F, Lessen Kloeke K van. Commentaar op de Geneesmiddelenwet. In: Engberts DP et al., redactie. Tekst & commentaar gezondheidsrecht. 6e druk. Deventer: Kluwer; 2015. pag. 721–1044.
4.
go back to reference Bruin ME de, Schutjens MDB. Gunstbetoon en geneesmiddelen, TvGR 2011;35:640–54. Bruin ME de, Schutjens MDB. Gunstbetoon en geneesmiddelen, TvGR 2011;35:640–54.
5.
go back to reference KNMP. Handleiding geneesmiddelensubstitutie; februari 2012. KNMP. Handleiding geneesmiddelensubstitutie; februari 2012.
6.
go back to reference KNMP. Richtlijn Ter hand stellen; 6 juni 2013. KNMP. Richtlijn Ter hand stellen; 6 juni 2013.
7.
go back to reference KNMP. Richtlijn Overdracht van medicatiegegevens in de keten; augustus 2008. KNMP. Richtlijn Overdracht van medicatiegegevens in de keten; augustus 2008.
8.
go back to reference KNMP. Richtlijn Elektronisch voorschrijven; september 2013. KNMP. Richtlijn Elektronisch voorschrijven; september 2013.
9.
go back to reference KNMP. Nederlandse Apotheeknorm (NAN); 2006. KNMP. Nederlandse Apotheeknorm (NAN); 2006.
10.
go back to reference Zorginstituut Nederland. Beoordeling stand van de wetenschap en praktijk; januari 2015. Zorginstituut Nederland. Beoordeling stand van de wetenschap en praktijk; januari 2015.
11.
go back to reference Schutjens MDB. Juridische betekenis van professionele standaarden voor farmaceutische zorg. KNMP: 3 februari 2014. Schutjens MDB. Juridische betekenis van professionele standaarden voor farmaceutische zorg. KNMP: 3 februari 2014.
Metagegevens
Titel
Geneesmiddelen
Auteur
Mr. C. E. Philips-Santman
Copyright
2017
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-368-1780-6_12