Praten met patiënten is de taak waar verpleegkundigen het minst aan toe komen. Dat is iets dat voorkomt in alle Europese landen. Dat blijkt uit een internationale studie onder bijna 34.000 verpleegkundigen van 488 verschillende ziekenhuizen in twaalf Europese landen. Ruim de helft van hen zegt dat ze niet altijd toekomen aan praten met patiënten of om hen gerust te stellen.
De onderzoekers ontdekten dat overal dezelfde verpleegkundige taken blijven liggen. Dat wijst er volgens de onderzoekers op dat verpleegkundigen overal in Europese ziekenhuizen zelf een lijstje in hun hoofd maken van wat de belangrijkste onderdelen van de patiëntenzorg zijn.
Naast de communicatie met patiënten, is er ook weinig tijd voor het ontwikkelen of bijwerken van behandelplannen en uitleg geven aan patiënten en hun familieleden. Beide taken werden genoemd door ruim 40 procent van de deelnemers aan het onderzoek.
Er zijn wel grote verschillen tussen ziekenhuizen en landen in de hoeveelheid onuitgevoerd werk.In Nederland ligt de hoeveelheid onuitgevoerd werk onder het Europees gemiddelde. De mate waarin zorg blijft liggen, blijkt ook te maken te hebben met de werkomstandigheden van zorgverleners. In ziekenhuizen met betere werkomstandigheden, minder patiënten per verpleegkundige en minder niet-verpleegkundige taken zeiden verpleegkundigen dat er minder taken bleven liggen.
De onderzoekers publiceren over hun onderzoek in BMJ Quality and Safety, een wetenschappelijk tijdschrift voor onderzoek naar verbetering van gezondheidszorg. Tot nu toe was weinig bekend over hoeveel zorgtaken bleven liggen als een internationaal verschijnsel.
Auteur(s): Jaap Meijers