Demente patiënten die zich in de laatste levensfase bevinden, belanden te snel in bed en verkeren daarom te lang in een palliatieve fase. Ze zouden voldoende prikkels moeten krijgen en er moet overwogen worden om ze flesvoeding en Ritalin te geven. Dat zegt Anneke van der Plaats, sociaal geriater, tijdens een congres over Alzheimer.
Volgens Van der Plaats is het brein bij patiënten met dementie genoodzaakt om de informatieverwerking binnen een primitievere laag te laten verlopen. Deze laag is niet in staat om statische (bewegings-)prikkels over te brengen. Daardoor gaat de patiënt zelf prikkels maken, bijvoorbeeld door te tikken, plukken of te dolen. Vaak belanden ze daardoor met rustgevende medicatie in bed, waar ze urenlang bewegingsloos liggen te staren.
Door de achteruitgang van het brein komen ook de primitieve kinderreflexen terug, zoals de zuigreflex. Deze mensen kunnen dan niet meer eten en drinken. Vaak wordt gedacht dat ze niet willen eten of drinken.
Drie acties
De sociaal geriater raadt dan ook drie acties aan. Ten eerste moeten geriatrische patiënten voldoende prikkels krijgen, die verveling moeten tegengaan. Een voorbeeld is een dvd met film en zang, een tikkend klokje en zonlicht. Daarnaast moeten patiënten die niet willen eten of drinken een fles worden aangeboden met bijvoorbeeld yoghurt of vla. Tenslotte zouden ze medicatie moeten krijgen tegen onrust, zoals methylfenidaat, ook om slaapstoornissen te verbeteren.
Meer weten over palliatieve zorg? Bij BSL is mei de Maand van de Palliatieve zorg
Auteur(s): Anouk Middelkamp