Skip to main content
Top

2018 | OriginalPaper | Hoofdstuk

10. Geboortezorg – van monodisciplinaire naar integrale bekostiging

Auteurs : Dr. H. I. J. Wildschut, Dr. P. F. Boekkooi, Ing. K. F. M. Kuijper, Drs. R. C. de Jong, H. van Belzen-Slappendel, Dr. M. S. van Galen, M. F. M. Shekary-Moonen, Dr. J. N. Struijs

Gepubliceerd in: Integrale geboortezorg

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Samenvatting

Door ook de bekostiging van de geboortezorg ‘integraal’ aan te pakken is het mogelijk bepaalde besparingen te maken. Dit hoofdstuk beschrijft de verschillen met de gangbare manier van bekostigen en de gevolgen van integrale bekostiging voor diverse deelgebieden én de cliënt.
Voetnoten
1
Een poliklinische bevalling is in het ziekenhuis onder begeleiding van de eerstelijns verloskundige. Vrouwen die in aanmerking komen voor een poliklinische bevalling hebben geen medische of sociale indicatie voor een ziekenhuisbevalling.
 
2
De A1-rit wordt ingezet als er gevaar bestaat voor het leven of voor blijvende invaliditeit van de aanstaande moeder en/of haar kind; de A2-rit wordt ingezet als er geen direct levensgevaar is, maar wel snel directe actie nodig is. Onder de B-rit wordt al het overige bestelde vervoer gerekend.
 
3
Het aantal beladen kilometers is het aantal kilometers met de patiënt in de ambulance, berekend aan de hand van een postcodetabel, met een hieraan gekoppelde routeplanner. Bij de berekening wordt uitgegaan van de snelste route tussen de locatie waar de patiënt wordt opgehaald en de locatie waar de patiënt wordt afgeleverd (https://​puc.​overheid.​nl).
 
4
Het maximum abonnementstarief voor een algemene termijnen echoscopisch onderzoek in de eerste lijn (één of meerdere echo’s en inclusief eventuele niet-geïndiceerde echo’s) kan per zwangerschap maar eenmaal in rekening worden gebracht.
 
5
Declaratie van de prestaties counseling of NT-meting of SEO is alleen mogelijk indien de zorgverlener een samenwerkingsovereenkomst heeft met een Regionaal Centrum voor Prenatale Screening. De tarieven voor de NT-meting en SEO gelden voor eenlingzwangerschappen. Voor een meerlingzwangerschap kan 83 % van dit tarief extra worden gedeclareerd.
 
6
Declaratietarieven van derdelijns-, hoogcomplexe en/of topklinsiche zorg worden in dit boek buiten beschouwing gelaten.
 
7
Er zijn enkele zorgactiviteiten die niet in DBC-zorgproducten opgaan, maar die direct als een eigen zorgproduct declarabel zijn. Dit worden ‘overige zorgproducten’ genoemd. Dit zijn bijvoorbeeld alle dure geneesmiddelen. Voor de verloskunde hebben ‘overige producten’ betrekking op bepaalde echo’s (geavanceerd ultrageluidonderzoek) en op de prestaties ‘verblijf gezonde moeder’ en ‘verblijf gezond kind.’
 
8
De prijzen die ziekenhuizen met de zorgverzekeraars voor DOT’s afspreken correleren over het algemeen slecht met de kostprijzen voor de zorgproducten, voor zover die bekend zijn. De afgesproken prijzen hangen samen met de totale hoeveelheid zorg die de zorgverzekeraar per ziekenhuis inkoopt. De gebudgetteerde DOT-gelden worden vervolgens door het ziekenhuis per vakgroep verdeeld. In de praktijk kan dat betekenen dat er meer verloskundige zorg in ziekenhuizen wordt geleverd dan feitelijk wordt vergoed in verband met de budgetafspraken.
 
9
Een grouper is een ICT-applicatie voor het automatisch afleiden en vaststellen van zorgproducten in de ziekenhuiszorg.
 
10
Zorgactiviteiten worden als prestatiecodes vermeld op de (elektronische) declaratie, zodat de zorgverzekeraar kan zien welke zorg is verleend. De begrippen zorgprestatie, prestatiecode en declaratiecode zijn synoniem.
 
11
De Taskforce verleent ook ondersteuning bij diverse vraagstukken die betrekking hebben op integrale geboortezorg, zoals juridische modellen, fiscaliteit, Autoriteit Zorg en Markt (ACM), onderhandeling met zorgverzekeraars, transitiekosten enzovoort.
 
12
In de discussie over dit onderwerp worden ook vaak de termen ‘taakdelegatie’ en ‘taakherschikking’ gebruikt. Met taakoptimalisatie wordt bedoeld dat alle professionals hun eigen specifieke capaciteit inbrengen in de integrale geboortezorgverlening. Het lijkt niet zinvol dat de één gaat doen waar de ander voor is opgeleid. Op dit moment doet de gynaecoloog of klinisch verloskundige vaak taken die beter bij de eerstelijnsverloskundige passen.
 
13
Bij een fluxus in de anamnese wordt de vrouw dikwijls aan het begin van de bevalling overgenomen uit de eerste lijn. Het probleem waarvoor medisch-specialistische expertise nodig is, speelt zich echter alleen direct na de geboorte van het kind af. Bij taakoptimalisatie begeleidt de eerstelijnsverloskundige de eigen cliënt tot aan de geboorte van het kind. Na de geboorte worden gynaecoloog of klinisch verloskundige actief bij de cliënt betrokken totdat de placenta is geboren.
 
14
Met hoofd-/onderaannemer wordt bedoeld dat een zorggroep (IGO) de zorg declareert en deze onder aftrek van de gemaakte managementkosten doorsluist naar de onderaannemers die de zorg daadwerkelijk verrichten. Deze onderaannemers kunnen de zorgverleners zijn maar ook samenwerkingsverbanden van zorgverleners, zoals maatschappen en coöperaties.
 
15
De beleidsregel heeft een experimenteel karakter en biedt in de komende periode de gelegenheid om ervaring op te doen met de gekozen prestatiestructuur, eventuele knelpunten op te lossen en de bestendigheid daarvan in de praktijk te monitoren en te toetsen.
 
16
Inmiddels is een tiende deelprestatie aan de prestatiecodelijst toegevoegd: ‘Onderlinge dienstverlening integrale geboortezorg’. Deze algemene prestatie geldt voor het in rekening brengen van tarieven voor prestaties of delen van de prestatie ‘integrale geboortezorg’.
 
17
Vektis is een onafhankelijk organisatie (Engels: trusted third party) van Zorgverzekeraars Nederland ZN. Vektis biedt ondersteuning van het elektronische declaratieverkeer door het vastleggen van declaratiestandaarden en declaratiecodes. Daarnaast geeft Vektis informatie aan de relevante partijen in de zorg over zorgkosten en zorggebruik gebaseerd op de zorgdeclaraties van alle Nederlandse zorgverzekeraars.
 
18
De Autoriteit Consument en Markt (ACM) is belast met het toezicht op de naleving van de mededingswet (http://​wetten.​overheid.​nl).
 
Literatuur
go back to reference Hermus MAA, Boesveld IC, Hitzert M, Franx A, Graaf JP de, Steegers EAP, Wiegers TA, Pal-de Bruin KM van der. Defining and describing birth centres in the Netherlands – a component study of the Dutch birth centre study. BMC Pregnancy Childbirth 2017 Jul 3;17(1):210. https://doi.org/10.1186/s12884-017-1375-8. Hermus MAA, Boesveld IC, Hitzert M, Franx A, Graaf JP de, Steegers EAP, Wiegers TA, Pal-de Bruin KM van der. Defining and describing birth centres in the Netherlands – a component study of the Dutch birth centre study. BMC Pregnancy Childbirth 2017 Jul 3;17(1):210. https://​doi.​org/​10.​1186/​s12884-017-1375-8.
go back to reference Struijs JN, Bruin-Kooistra M de, Heijink R, Baan CA. Op weg naar integrale bekostiging in de geboortezorg. RIVM-rapportnummer: 2016-0031. Bilthoven: Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu; 2016. ISBN 9789069602851. Struijs JN, Bruin-Kooistra M de, Heijink R, Baan CA. Op weg naar integrale bekostiging in de geboortezorg. RIVM-rapportnummer: 2016-0031. Bilthoven: Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu; 2016. ISBN 9789069602851.
go back to reference Wildschut HIJ, Hollander NS de, Goudoever JB van. Screening op aangeboren afwijkingen: medisch-epidemiologische overwegingen. In: Wildschut HIJ, Goudoever JB van, Hollander NS den, Keirse E, Wert G de, redactie. Screening op foetale en neonatale afwijkingen. Leidraad voor besluitvorming. Amsterdam: Reed Business; 2011. pag. 19–38. Wildschut HIJ, Hollander NS de, Goudoever JB van. Screening op aangeboren afwijkingen: medisch-epidemiologische overwegingen. In: Wildschut HIJ, Goudoever JB van, Hollander NS den, Keirse E, Wert G de, redactie. Screening op foetale en neonatale afwijkingen. Leidraad voor besluitvorming. Amsterdam: Reed Business; 2011. pag. 19–38.
Metagegevens
Titel
Geboortezorg – van monodisciplinaire naar integrale bekostiging
Auteurs
Dr. H. I. J. Wildschut
Dr. P. F. Boekkooi
Ing. K. F. M. Kuijper
Drs. R. C. de Jong
H. van Belzen-Slappendel
Dr. M. S. van Galen
M. F. M. Shekary-Moonen
Dr. J. N. Struijs
Copyright
2018
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-368-2202-2_10