Skip to main content
Top
Gepubliceerd in: Tijdschrift voor Psychotherapie 4/2007

01-08-2007 | Tuchtrechtelijk

Geachte redactie, beste Mia Leijssen

Kort commentaar op het redactionele ‘Ten geleide’ bij de nieuwe rubriek ‘Tuchtrechtelijk’ en op ‘Onzorgvuldige psychotherapeuten krijgen een waarschuwing’, Tijdschrift voor Psychotherapie, 33, 50-56

Auteur: Casper Koene

Gepubliceerd in: Tijdschrift voor Psychotherapie | Uitgave 4/2007

Log in om toegang te krijgen
share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Samenvatting

Allereerst wil ik de redactie van dit tijdschrift complimenteren met het initiatief tot het openen van een rubriek met becommentarieerde tuchtrechtelijke uitspraken over psychotherapeuten. Ik kan me de voorzichtigheid voorstellen waarmee op voorhand de regelmaat van dergelijke publicaties in dit blad wordt gerelativeerd. Zoveel tuchtrechtelijke uitspraken tegen psychotherapeuten worden immers niet gepubliceerd op de website van het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg (CTG) en van die Regionale Tuchtcolleges die inmiddels een eigen site hebben geopend. Ik ga ervan uit dat het aantal uitspraken dat aan de redactie wordt aangeboden nog kleiner is.
Voetnoten
1
Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg, artikel 71:
Het regionale tuchtcollege kan om redenen, aan het algemeen belang ontleend, bepalen dat zijn eindbeslissing geheel of gedeeltelijk in de Staatscourant zal worden bekendgemaakt en aan door hem aangewezen tijdschriften of nieuwsbladen ter bekendmaking zal worden aangeboden, een en ander met weglating van de namen, voornamen en woonplaatsen van de in de beslissing genoemde personen alsmede van de daarin voorkomende andere gegevens die omtrent deze personen een aanwijzing bevatten.
 
2
Memorie van Toelichting, Tweede Kamer 19522, nummer 3, p. 76.
 
3
Van de 26 aanvankelijke klachten waren er vijf niet ontvankelijk, elf ongegrond, vier keer werd de maatregel van een waarschuwing opgelegd, vier keer een berisping en twee keer werd de inschrijving in het register doorgehaald. Daarnaast werden twee gevallen – waar in eerste aanleg de maatregel van een berisping en een doorhaling werd opgelegd – aangehouden of terugverwezen. En dat alles sinds 1999.
 
4
Beroepscode voor psychologen, versie 2007, artikel I.1.2.15:
Rapportage: alle tot één of meer cliënten herleidbare bevindingen, beoordelingen of adviezen, die mondeling of schriftelijk worden uitgebracht.
 
5
Beroepscode voor psychotherapeuten:
Behandeling
Alle dienstverlening van een psychotherapeut aan een cliënt welke gericht is op het verbeteren van het niveau van functioneren van laatstgenoemde. Het behartigen van belangen van de cliënt valt niet onder de term ‘behandeling’, ook niet als een succesvolle behartiging zou leiden tot ‘verbetering van het niveau van zijn functioneren’.
Artikel II.1.1: De psychotherapeut zal gedurende de behandeling geen andere relatie dan een behandelingsrelatie met de cliënt hebben i) of de wens daartoe uitspreken, tenzij hij ingevolge wettelijke bepalingen daartoe verplicht is ii) .
i) Het is aan de psychotherapeut dus niet toegestaan om, ten tijde van de behandeling, de belangen van de cliënt te behartigen anders dan het bevorderen van diens niveau van functioneren. Het, onder schriftelijke machtiging van de cliënt (zie art. III.1.2), verschaffen van informatie, beoordeling en advies aangaande de cliënt aan derden dient beperkt te blijven tot die welke het doel ‘verbeteren van het niveau van functioneren van de cliënt’ kunnen dienen. Indien een psychotherapeut met een natuurlijk of rechtspersoon een overeenkomst heeft gesloten om (zo nodig met behulp van psychotherapeutische technieken verkregen) informatie, beoordeling of advies over iemand te verschaffen, dan is dat alleen geoorloofd als de psychotherapeut niet tegelijkertijd de cliënt in behandeling heeft. Deze beoordeling en advies mag niet gebaseerd zijn op informatie die de psychotherapeut op een eerder moment in het kader van een behandeling over hem heeft verworven.
Deze toelichting is alleen dán niet van toepassing als er, ingevolge wettelijke bepalingen, op de psychotherapeut een verplichting rust om zo'n beoordeling en advies wél te geven.
ii) Dat kan het geval zijn als de psychotherapeut iemand in behandeling heeft genomen als gevolg van een opdracht die door een derde is verstrekt uit hoofde van hem op hem rustend publiekrechtelijke bevoegdheid.
 
6
Instructief in dit verband is de verwijzing van het Centraal Tuchtcollege naar de volgende wettelijke bepaling (cursiveringen ck); Burgerlijk Wetboek , Boek 7 (Wet inzake de geneeskundige behandelingsovereenkomst, WGBO), Artikel 457:
1. Onverminderd het in artikel 448 lid 3, tweede volzin, bepaalde draagt de hulpverlener zorg, dat aan anderen dan de patiënt geen inlichtingen over de patiënt dan wel inzage in of afschrift van de bescheiden, bedoeld in artikel 454, worden verstrekt dan met toestemming van de patiënt. Indien verstrekking plaatsvindt, geschiedt deze slechts voor zover daardoor de persoonlijke levenssfeer van een ander niet wordt geschaad. De verstrekking kan geschieden zonder inachtneming van de beperkingen, bedoeld in de voorgaande volzinnen, indien het bij of krachtens de wet bepaalde daartoe verplicht.
2. Onder anderen dan de patiënt zijn niet begrepen degenen die rechtstreeks betrokken zijn bij de uitvoering van de behandelingsovereenkomst en degene die optreedt als vervanger van de hulpverlener, voor zover de verstrekking noodzakelijk is voor de door hen in dat kader te verrichten werkzaamheden.
3. Daaronder zijn evenmin begrepen degenen wier toestemming ter zake van de uitvoering van de behandelingsovereenkomst op grond van de artikelen 450 en 465 is vereist. Indien de hulpverlener door inlichtingen over de patiënt dan wel inzage in of afschrift van de bescheiden te verstrekken niet geacht kan worden de zorg van een goed hulpverlener in acht te nemen, laat hij zulks achterwege.
 
Metagegevens
Titel
Geachte redactie, beste Mia Leijssen
Kort commentaar op het redactionele ‘Ten geleide’ bij de nieuwe rubriek ‘Tuchtrechtelijk’ en op ‘Onzorgvuldige psychotherapeuten krijgen een waarschuwing’, Tijdschrift voor Psychotherapie, 33, 50-56
Auteur
Casper Koene
Publicatiedatum
01-08-2007
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
Gepubliceerd in
Tijdschrift voor Psychotherapie / Uitgave 4/2007
Print ISSN: 0165-1188
Elektronisch ISSN: 1876-5637
DOI
https://doi.org/10.1007/BF03062284

Andere artikelen Uitgave 4/2007

Tijdschrift voor Psychotherapie 4/2007 Naar de uitgave

Inleiding

Inleiding