01-12-2009 | Ingezonden brief
Geachte collegae,
Gepubliceerd in: Nederlands Tijdschrift voor Traumachirurgie | Uitgave 6/2009
Log in om toegang te krijgenSamenvatting
Met interesse hebben wij het artikel van Boele van Hensbroek e.a. gelezen in de juni-editie van dit tijdschrift. Het is een fraai overzicht van tromboseprofylaxe bij traumapatiënten.
Het bevat echter een aantal onjuiste stellingnamen ten aanzien van tromboseprofylaxe bij onderbeengipsbehandeling. Eén hiervan betreft het rekenen met risicoreducties bij asymptomatische trombose. Vanzelfsprekend kan asymptomatische diepe veneuze trombose (DVT) leiden tot longembolieën of het posttrombotisch syndroom (PTS). Echter, asymptomatische DVT-reductie als uitkomstmaat is niet een-op-een te vertalen naar de kliniek, aangezien trombi ook spontaan kunnen verdwijnen. Het is voor clinici van belang te weten hoeveel patiënten symptomatische DVT ontwikkelen. Dit betreft zowel primaire veneuze trombo-embolieën (VTE) als secundaire complicaties (PTS). Dit betekent dat pas na adequate klinische follow-up kan worden gesteld of een asymptomatische DVT symptomatisch is geworden. Echter, dit is ethisch lastig uit te voeren, aangezien asymptomatische DVT’s in studieverband dan niet behandeld mogen worden om zo het natuurlijk beloop te kunnen beoordelen.