Onder de ademhaling wordt niet alleen de verversing van lucht in de longblaasjes verstaan, maar eveneens het gehele transport van zuurstof en kooldioxide vanuit de buitenlucht naar de cellen en omgekeerd. Bij het ventileren worden de intrathoracale en alveolaire druk tijdens in- en expiratie veranderd. Door de hierbij ontstane veranderingen in longvolumes kunnen naast enkele longcapaciteiten verschillende statische en dynamische longvolumes worden onderscheiden. De invloed van de compliantie en de weerstand op het volume-drukdiagram wordt uiteengezet en de hiermee samenhangende veranderingen in te verrichten ademarbeid. Na de diffusie in de longen, vindt het transport van zuurstof en kooldioxide in het bloed plaats. De wijze waarop O2 en CO2 elkaar hierbij beïnvloeden en de effecten hiervan op de gasuitwisseling komen aan de orde. Oorzaken van verschillen tussen de alveolaire en arteriële Po2 worden toegelicht en het belang van de longperfusie hierbij aangegeven. Ten slotte wordt de regulatie van de ventilatie besproken.