Skip to main content
Top

2014 | OriginalPaper | Hoofdstuk

36. Formele en informele vormen van samenwerking

Auteurs : Antoinette Bont, Marlies Maaijen, MSc

Gepubliceerd in: Veranderende samenwerking in de zorg

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Samenvatting

“We drinken samen geen koffie meer.” Dit kleine zinnetje in de geschiedenis van een gezondheidscentrum in het zuiden van het land illustreert hoe samenwerking in de eerste lijn is veranderd. Aan de koffietafel ontmoetten huisartsen, maatschappelijk werkers, en wijkverpleegkundigen elkaar dagelijks en deelden elkaars beslommeringen, bijzondere ervaringen en weetjes. De koffie wordt koud en de koffietafel is leeg omdat de wachtkamer vol zit. Het doel van dit hoofdstuk is om aan de hand van praktijkvoorbeelden te illustreren hoe samenwerking in de eerste lijn is veranderd. Eerst beschrijven we kort waarom juist nu in de Nederlandse gezondheidszorg behoefte is aan de organisatie van samenwerking. Daarna geven we vier praktijkvoorbeelden. De voorbeelden zijn ontleend aan het ZonMW-onderzoek naar de organisatie van de samenwerking in de eerste lijn. Tot slot geven we een kort overzicht van de recentste literatuur over de verhouding tussen formele en informele vormen van samenwerking op basis waarvan we enkele aanbevelingen formuleren. In de dagelijkse praktijk brengen managers, professionals en patiënten formele en informele processen op tal manieren bij elkaar. Daar ligt de uitdaging en het succes van samenwerking in netwerken.
Voetnoten
1
Dit citaat komt uit het afstudeeronderzoek van Maartje Ten Barge. Zij heeft onderzoek gedaan naar de specifieke bijdragen van ZZP’ers aan de vormgeving van samenwerking in netwerken.
 
Metagegevens
Titel
Formele en informele vormen van samenwerking
Auteurs
Antoinette Bont
Marlies Maaijen, MSc
Copyright
2014
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-313-9973-4_36