Samenvatting
‘In de fonetografie registreert men de laryngale mogelijkheden aan de hand van de fundamentele frequentie en de intensiteit. Op de horizontale as van het fonetogram worden de hoogste en de laagste frequentiewaarden, waarop de stembanden in trilling gebracht kunnen worden, genoteerd. Op de verticale as registreert men de maximale en minimale intensiteitswaarden, waarop men een klank onder gecontroleerde voorwaarden wat betreft klinkerproductie, mondopening en microfoonafstand tot de mond, kan produceren’ (Schutte & Seidner, 1983).