Inleiding
Strategie | Definitie van capacity building-strategieën in FLASH | Theoretische onderbouwing op basis van dimensies in de CRC-methode |
---|---|---|
1 | Leiders identificeren Identificeren, benoemen en motiveren van leiders voor de gezonde schoolgemeenschap binnen elke groep van betrokkenen (leerlingen, ouders en schoolpersoneel) | Leiderschap (CRC-dimensie C) In hoeverre zijn aangestelde leiders, sleutelfiguren en invloedrijke leden van de gemeenschap bereid zich in te zetten voor het thema? |
2 | Een participatieve schoolcultuur stimuleren Een schoolcultuur bevorderen waarin het normaal is dat verschillende betrokkenen (zowel leerlingen, ouders, als schoolpersoneel) actief deelnemen aan het proces van het creëren van een gezonde schoolgemeenschap, dat wil zeggen het ontwerpen, implementeren en evalueren van (gezondheidsbevorderende) activiteiten | Cultuur van de gemeenschap (CRC-dimensie D) Wat is de algemene attitude van de gemeenschap ten opzichte van het thema? In hoeverre wordt daar door verschillende betrokkenen in mee gedacht/mee besloten? |
3 | Activiteiten van de gezonde schoolgemeenschap Ontwerpen, implementeren en evalueren van activiteiten op het gebied van eetgedrag (3a) en beweeggedrag (3b), afgestemd op de context en de leerlingenpopulatie van de school. Hierbij wordt uitgegaan van een cyclisch leerproces en wordt aangesloten bij de vier pijlers (gezondheidseducatie, fysieke en sociale omgeving, signaleren beleid) van de Gezonde School-aanpak | Acties en activiteiten van de gemeenschap op een bepaald thema (CRC-dimensies A, B, E) In hoeverre: – zijn er bestaande inspanningen, programma’s en beleidsmaatregelen op het thema, (CRC-dimensie A: inspanningen van de gemeenschap)? – zijn gemeenschapsleden op de hoogte van deze activiteiten (CRC-dimensie B: kennis over inspanningen)? – hebben gemeenschapsleden kennis over het thema (CRC-dimensie E: kennis over het probleem), zodat op deze bestaande context kan worden voortgebouwd? |
4 | Lokale netwerken betrekken Het creëren van een netwerk van lokale ondersteuning rond de school, dat middelen en samenwerking kan bieden om continuïteit op de lange termijn te borgen | Aanwezigheid van lokale middelen (CRC-dimensie F) In hoeverre zijn lokale middelen en mogelijkheden beschikbaar om de inspanningen rond het thema blijvend te ondersteunen? |
Methode
Setting en doelgroep
N totaal (n vmbo-afdeling) | Deelnemers aan focusgroep 1 | Deelnemers aan focusgroep 2 | Aantal deelnemers per school | Gemiddelde leeftijd deelnemers per school (standaarddeviatie) | ||
---|---|---|---|---|---|---|
jongen | meisje | jongen | meisje | |||
School 1 n = 305 (vmbo-afdelinga = 219) | 4 | 3 | – | 3 | 10 (TL: 8 GL: 2) | 13,8 (0,63) |
School 2 n = 711 (vmbo-afdelingb = 224) | 6 | 2 | 3 | 3 | 14 (TL: 14) | 14,0 (0,55) |
School 3 n = 520 (alleen vmboc = 520) | – | 5 | 3 | 4 | 11 (BBL: 3, KBL: 8) | 13,6 (1,16) |
School 4 n = 228 (alleen vmboc = 228) | 3 | 3 | NA | NA | 6 (BBL: 1, KBL: 5) | 13,8 (0,75) |
Procedure
Gegevensverzameling
Gegevensanalyse
Resultaten
FLASH-strategie | Percepties van leerlingen | Uitspraken van leerlingen | Implicaties voor capacity building binnen gezonde schoolgemeenschap |
---|---|---|---|
1: leiderschap | De schoolleiding moet de leiderschapsrollen verdelen | ‘Ik kan daar niets voor doen. Dat is iets voor de directeur.’ | Leerlingen en ouders actief uitnodigen om leiderschap te aanvaarden |
De leerlingenraad is belangrijk als vertegenwoordiger van de leerlingen. De leerlingenraad ervaart echter weinig betrokkenheid van medeleerlingen | ‘Ik zit in de leerlingenraad. Wij kunnen dingen voor elkaar krijgen, maar hebben ideeën nodig van andere leerlingen. Niemand stuurt iets. We hebben al meerdere dingen geprobeerd, maar niets werkt.’ | Status en impact van leerlingenraad zichtbaar maken in de school Leerlingenraad faciliteren om inspraak te organiseren | |
2: participatieve schoolcultuur | Gezonde keuzen maken is geen prioriteit; de verantwoordelijkheid voor gezonde keuzen ligt grotendeels bij de ouders | ‘Mijn ouders moeten echt zeggen dat ik groente moet eten, anders doe ik het niet.’ | Ouders en leerlingen bewust maken van verantwoordelijkheden |
Goede voorbeelden van thuis worden toegepast op school en goede voorbeelden op school worden meegenomen naar huis | ‘Mijn moeder weet wel dat ik in de leerlingenraad zit en soms geeft ze me weleens punten door wat leuk zou zijn om te doen.’ | Expliciet een verbinding leggen tussen eet- en beweeggedrag thuis en op school | |
Het is interessanter om mee te werken aan activiteiten voor de hele schoolgemeenschap, dan voor individuele activiteiten om gezond eten en bewegen te stimuleren | Gespreksleider: ‘Wat vinden jullie van gezondheid?’ Meerdere leerlingen: ‘Belangrijk!’ Gespreksleider: ‘Speelt het een rol in de keuze die je maakt?’ Leerling: ‘Nee, daar denk ik pas later aan.’ | Leerlingen aanspreken op hun gemeenschapszin en vandaaruit betrekken bij activiteiten om gezond eten en bewegen op school te bevorderen | |
Leerlingen ervaren hun invloed op de fysieke en sociale schoolomgeving als beperkt | ‘Kijk, school wil natuurlijk zelf alles in handen hebben. Ze kijken wel naar wat we nodig hebben, maar ook wat handig voor hen is. En als het te veel kost, kunnen we niet veel doen.’ | Leerlingen als volwaardige partner van de gezonde schoolgemeenschap zien Vooraf aangeven binnen welke voorwaarden een activiteit kan worden gehonoreerd | |
In een gezonde schoolgemeenschap willen leerlingen vooral graag betrokken zijn bij concrete activiteiten | ‘Een paar mensen zouden kunnen helpen om smoothies te maken van fruit dat toch niet meer verkocht wordt.’ | Leerlingen een actieve rol geven in bijvoorbeeld: – de schoolkantine: aanbod, inrichting, meewerken – de gymles: soort activiteiten | |
3a: activiteiten rond voeding | Voedselkeuzen in de schoolomgeving betreffen vooral snacks: zowel gezonde tussendoortjes (zoals fruit, smoothies), als ongezonde tussendoortjes (zoals koeken, chips, snoep) | ‘De kantine moet goedkoper en gezonder eten aanbieden, bijvoorbeeld fruitbakjes met meerdere soorten voorgesneden fruit. Dat is gezond én lekker!’ | Keuze voor gezonde tussendoortjes aantrekkelijker maken in het kantineaanbod |
Voedselkeuzen worden gemaakt op basis van het aanbod, de prijs en de kwaliteit van producten | ‘Een tijdje geleden hadden we een project met groente en fruit waar je je eigen recept moest maken. Daar zouden we een snack-battle van kunnen maken: het beste recept krijgt een prijs en wordt in de kantine verkocht.’ | Een link leggen tussen onderwijs over voeding en voedselkeuzen en het beïnvloeden van de omgeving om gezondere keuzen te kunnen maken | |
3b: activiteiten rond bewegen | Beweeggedrag is veelal routinegedrag: fietsen naar school, sportclub, vrienden, gymlessen op school | ‘Gym zorgt ervoor dat iedereen in ieder geval een beetje beweegt.’ | De gezondheidswaarde van routinebeweeggedrag expliciet maken |
Motivatie voor gymlessen is bij sommige leerlingen gering, omdat het niet aansluit bij de eigen voorkeur | ‘Even geleden deden we een spel tijdens gym: ik vond het leuk, dus deed ik goed mijn best. Maar als we vijf lessen gaan basketballen, vind ik het niet leuk. Dus doe ik minder.’ | Tijdens gymlessen activiteiten variëren, keuzeprogramma aanbieden en leerlingen inspraak geven | |
De fysieke schoolomgeving nodigt niet uit tot bewegen | ‘Ik wil graag dat het veldje op het plein naast de school tot een goed voetbalveld wordt omgebouwd en dat we daar mogen spelen in de pauze.’ | Leerlingen actief betrekken bij de inrichting van de fysieke schoolomgeving en de directe omgeving ervan | |
Bewegen vanwege het sociale aspect en de voldoening die een fysieke inspanning geeft, is belangrijker dan het gezondheidsaspect | – ‘Ik sport omdat het gezellig is met vrienden, maar niet omdat ik wil afvallen.’ – ‘Ik denk dat het voor de meesten ook een uitlaatklep is: een beetje energie kwijtraken die je op school niet kwijt kan.’ | Beweegaanbod inrichten op verschillende motivaties, zoals sociaal contact, fysieke inspanning | |
4: lokale netwerken | In de nabijheid van de school zijn goedkope, ongezonde tussendoortjes gemakkelijk verkrijgbaar | ‘Heel veel kinderen gaan in een tussenuur of pauze even naar de supermarkt of de Mac. Die zitten toch vlakbij.’ | Contacten leggen in de buurt door leerlingen onderzoek of projecten te laten uitvoeren naar mogelijkheden voor een gezonde(re) omgeving |
Een pleinverbod (in de pauze van het plein afgaan) is niet effectief: er zijn genoeg momenten om iets te kopen | ‘Eigenlijk mogen we in de pauze niet van het plein af, maar als we moeten gymmen op de andere locatie komen we langs de supermarkt. Dan koop ik meestal iets.’ | Leerlingen betrekken bij afspraken voor gedrag binnen en buiten de school |