Skip to main content
Top

2009 | mbo verpleegkundige/niveau 4 | Boek

Farmacotherapie in de apotheek

Auteurs: H. Elling, F. van Opdorp, L. Blom

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

insite
ZOEKEN

Over dit boek

14. 2 Aandoeningenvandebovensteluchtwegen 245 14. 2. 1 Infectiesvanmond-enkeelholte 246 14. 3 Aandoeningenindeneusholte 248 14. 3. 1 Aandoeningenvanhetneusslijmvlies 248 14. 3. 2 Eisenaanengebruikvanneusdruppelsen -spray 250 14. 3. 3 Middelentegeneenverstopteneus 252 14. 4 Hoestklachten 253 14. 4. 1 Hoestenalsklachtindeapotheek 254 14. 4. 2 Hoestmiddelen 255 14. 5 Aandoeningenvandeondersteluchtwegen 256 14. 5. 1 Astma 256 14. 5. 2 COPD 257 14. 5. 3 Overeenkomstenenverschillentussen astmaenCOPD 257 14. 5. 4 Behandelingmetgeneesmiddelen 258 14. 5. 5 Degeneesmiddelgroepen 258 14. 6 Medicatiebewakingsignalenbijderece- invoer 264 14. 6. 1 Geneesmiddelenvoordeneusholte 264 14. 6. 2 Geneesmiddelenbijluchtwegaandoeningen 264 14. 7 Afleverinformatie 265 14. 8 Preparaten 266 15 Aandoeningendiesamenhangenmetde urinewegen 270 Leerdoelen 270 15. 1 Inleiding 270 15. 2 Incontinentie 271 15. 2. 1 Vormenvanincontinentie 271 15. 3 Enuresisnocturna 273 15. 3. 1 Behandeling 273 15. 4 Prostaatklachten 274 15. 4. 1 Behandeling 275 15. 5 Erectiestoornissen 276 15. 6 Medicatiebewakingsignalenbijderece- invoer 277 15. 7 Afleverinformatie 278 15. 8 Preparaten 278 16 Diabetesmellitus 280 Leerdoelen 280 Inhoud 13 16. 1 Inleiding 280 16. 1. 1 Deglucosestofwisseling 280 16. 2 Diabetesmellitus 281 16. 2. 1 Klachtenencomplicaties 282 16. 3 Insuline 283 16. 3. 1 Behandelingvandiabetes 284 16. 4 Insulinealsgeneesmiddel 285 16. 4. 1 Dosering 286 16. 4. 2 Bijwerkingeninsuline 287 16. 5 Oralebloedglucoseverlagendestoffen 288 16. 6 Debegeleidingvandediabetespatie¨nt 289 16. 7 Medicatiebewakingsignalenbijderece- invoer 290 16. 7. 1 Diabetesmellitus 290 16. 8 Afleverinformatie 291 16. 9 Preparaten 291 17 Stofwisselingsziekten 293 Leerdoelen 293 17. 1 Inleidingvetstofwisseling 293 17. 2 Cholesterolverlagendemiddelen 293 17. 2. 1 Decholesterolsyntheseremmers 296 17. 2.

Inhoudsopgave

Voorwerk
1 Pijnstillers
Samenvatting
Aan het eind van dit hoofdstuk weet je:
  • het verschil tussen acute pijn en chronische pijn;
  • wat de meest voorkomende klachten zijn bij mensen met reumatische aandoeningen en jicht;
  • wat de meest gebruikte pijnstillers zijn en tot welke groep middelen ze behoren;
  • wat de belangrijkste bijwerkingen, contra-indicaties en interacties van de meest gangbare pijnstillers zijn;
  • de naam van veelgebruikte middelen bij reumatische aandoeningen en jicht en ken je de belangrijkste bijzonderheden van die middelen.
H. Elling, F. van Opdorp, L. Blom
2 Reumatische aandoeningen
Samenvatting
Aan het eind van dit hoofdstuk:
  • weet je dat de naam reumatische aandoening een verzamelnaam is voor meerdere gewrichtsaandoeningen;
  • ken je het verschil tussen een gewrichtsontsteking en gewrichtsveroudering;
  • weet je welke geneesmiddelen gebruikt worden bij de behandeling van reumatoı¨de artritis;
  • weet je wat jicht is en weet je welke geneesmiddelen gebruikt worden bij de behandeling van jicht.
H. Elling, F. van Opdorp, L. Blom
3 Slapeloosheid, angst en onrust
Samenvatting
Aan het eind van dit hoofdstuk weet je:
  • wat het normale slaappatroon is en wat de oorzaken van slaapstoornissen zijn;
  • hoe slaapstoornissen voorkomen kunnen worden en hoe ze nietmedicamenteus behandeld kunnen worden;
  • wat de meest voorkomende emotionele stoornissen zijn en ken je hun oorzaken;
  • wat de belangrijkste slaap- en kalmeringsmiddelen zijn en ken je hun bijzonderheden, zoals andere toepassingen, bijwerkingen, contra-indicaties en interacties;
  • wat de bijzonderheden zijn bij gebruik van slaap- en kalmeringsmiddelen door oudere mensen.
H. Elling, F. van Opdorp, L. Blom
4 Misbruik en verslaving
Samenvatting
Na afloop van dit hoofdstuk weet je:
  • hoe mensen verslaafd kunnen raken aan slaap- en kalmeringsmiddelen;
  • op welke wijze misbruik en verslaving zijn te voorkomen;
  • op welke wijze een apotheekmedewerker in aanraking komt met verslavingsproblematiek;
  • welke rol een apothekersassistent kan spelen bij de begeleiding van patiënten en het voorkomen van verslaving.
H. Elling, F. van Opdorp, L. Blom
5 Middelen tegen allergische aandoeningen
Samenvatting
Aan het eind van dit hoofdstuk weet je:
  • wat allergie is en hoe allergische klachten ontstaan;
  • wat de meest voorkomende symptomen van hooikoorts zijn;
  • wat veelgebruikte middelen bij allergische klachten zijn en ken je de bijzonderheden ten aanzien van het gebruik van deze middelen;
  • welke middelen je voor zelfzorg kunt adviseren bij hooikoortsklachten.
H. Elling, F. van Opdorp, L. Blom
6 Aandoeningen van het maag-darmkanaal
Samenvatting
Aan het eind van dit hoofdstuk weet je:
  • wat de oorzaken zijn van veelvoorkomende klachten in relatie tot het maag-darmkanaal;
  • welke middelen gebruikt worden bij maagklachten en kun je een advies geven over zelfzorgmiddelen bij maagklachten;
  • welke verschillende middelen gebruikt worden bij diarree en bij verstopping;
  • hoe je advies moet geven over leefregels en medicijnen bij klachten als diarree en verstopping;
  • welke middelen veel gebruikt worden bij chronische darmaandoeningen.
H. Elling, F. van Opdorp, L. Blom
7 Anticonceptie en overgangsklachten
Samenvatting
Aan het eind van dit hoofdstuk weet je:
  • welke vormen van anticonceptie er zijn;
  • op welke wijze hormonale anticonceptiva werken;
  • de naam van veelgebruikte middelen voor anticonceptie en de verschillen tussen deze middelen
  • hoe de pil gebruikt moet worden;
  • hoe je adviezen moet geven bij vragen over ‚pil vergeten’ en problemen met inname;
  • welke overgangsklachten kunnen voorkomen en hoe die klachten behandeld kunnen worden;
  • wat de werking is van middelen die bij overgangsklachten worden gebruikt.
H. Elling, F. van Opdorp, L. Blom
8 Huidmiddelen
Samenvatting
Aan het eind van dit hoofdstuk weet je:
  • welke eigenschappen de verschillende toedieningsvormen voor de huid hebben;
  • de werking, het gebruik en de bijwerkingen van huidmiddelen bij acne, eczeem, psoriasis en huidinfecties;
  • wat de mogelijkheden en beperkingen zijn van huidmiddelen bij zelfzorg;
  • wat de belangrijkste bijwerkingen, contra-indicaties en interacties van de meest gangbare pijnstillers zijn;
  • welke adviezen je kunt geven over zelfzorgmiddelen volgens de richtlijnen van de zelfzorgstandaarden van de KNMP.
H. Elling, F. van Opdorp, L. Blom
9 Behandeling van hoge bloeddruk
Samenvatting
Aan het eind van dit hoofdstuk weet je:
  • wat bloeddruk is en hoe de bloeddruk in het lichaam wordt geregeld;
  • hoe het meten van de bloeddruk verloopt;
  • wat verhoogde bloeddruk is en ken je de overwegingen om die te behandelen;
  • hoe je patie¨nten kunt motiveren om antihypertensiva te gebruiken;
  • welke adviezen je volgens de Farmaceutische Patiëntenzorg (FPZ-)standaard Cardiovasculair risicomanagement moet geven.
H. Elling, F. van Opdorp, L. Blom
10 Hart- en vaatziekten
Samenvatting
Aan het eind van dit hoofdstuk weet je:
  • het noodzakelijke van de werking van het hart en de aansturing van het hart vanuit het zenuwstelsel;
  • welke aandoeningen van het hart met geneesmiddelen behandeld worden;
  • wat de werking is van de geneesmiddelen die gebruikt worden bij hartfalen, bij hartritmestoornissen en bij angina pectoris.
H. Elling, F. van Opdorp, L. Blom
11 De bloedstolling
Samenvatting
Aan het eind van dit hoofdstuk weet je:
  • wat de betekenis en het werkingsmechanisme van de bloedstolling is;
  • hoe de werkingsmechanismen van verschillende stoffen de bloedstolling kunnen beënvloeden;
  • welke geneesmiddelen gebruikt worden om de bloedstolling te beënvloeden;
  • bij welke aandoeningen de bloedstolling vertraagd moet worden.
H. Elling, F. van Opdorp, L. Blom
12 Beïnvloeding van de weerstand en de afweer
Samenvatting
Aan het eind van dit hoofdstuk weet je:
  • met welke methoden het lichaam zich tegen indringers van buitenaf beschermt;
  • wat de begrippen antigeen, antilichaam, immuniteit, actieve en passieve immunisatie inhouden;
  • op welke manier de immuniteit beı¨nvloed kan worden;
  • wat een vaccin is en welke toepassingen er zijn;
  • wat immunoglobulines zijn en ken je enkele toepassingen daarvan.
H. Elling, F. van Opdorp, L. Blom
13 Infectieziekten
Samenvatting
Aan het eind van dit hoofdstuk weet je:
  • welke verschillende ziekteverwekkers infectieziekten kunnen veroorzaken;
  • welke geneesmiddelen worden gebruikt bij de behandeling van infectieziekten;
  • welk gevolg onoordeelkundig gebruik van deze geneesmiddelen kan hebben;
  • welke gebruiksadviezen je moet geven bij de verschillende middelen tegen infectieziekten.
H. Elling, F. van Opdorp, L. Blom
14 Aandoeningen van de luchtwegen
Samenvatting
Aan het eind van dit hoofdstuk weet je:
  • wat de meest voorkomende aandoeningen van de bovenste luchtwegen zijn;
  • de werking en toepassing van de verschillende geneesmiddelgroepen die bij luchtwegaandoeningen worden gebruikt;
  • depatiënteninstructies die van belang zijn bij de geneesmiddelen bij luchtwegaandoeningen.
H. Elling, F. van Opdorp, L. Blom
15 Aandoeningen die samenhangen met de urinewegen
Samenvatting
Aan het eind van dit hoofdstuk weet je:
  • welke vormen van incontinentie er zijn en welke rol geneesmiddelen bij incontinentie kunnen spelen;
  • wat enuresis nocturna is en wat de beperkte rol van geneesmiddelen daarbij is;
  • de toepassing van geneesmiddelen bij een goedaardige vergroting van de prostaat;
  • de achtergrond van erectiestoornissen en de rol die geneesmiddelen daarbij spelen.
H. Elling, F. van Opdorp, L. Blom
16 Diabetes mellitus
Samenvatting
Aan het eind van dit hoofdstuk weet je:
  • wat de ziekte diabetes mellitus inhoudt;
  • het verschil tussen type-1- en type-2-diabetes;
  • wat de rol is van insuline bij de (glucose)stofwisseling;
  • welke geneesmiddelen worden gebruikt om de glucosestofwisseling te regelen;
  • op welke wijze in de apotheek extra aandacht kan worden besteed aan diabetespatiënten.
H. Elling, F. van Opdorp, L. Blom
17 Stofwisselingsziekten
Samenvatting
Aan het eind van dit hoofdstuk weet je:
  • wat de rol is die cholesterol speelt bij het ontstaan van hart- en vaatziekten;
  • welke cholesterolverlagende middelen er zijn;
  • welke andere geneesmiddelen de vetstofwisseling beënvloeden;
  • wat de oorzaak en gevolgen van schildklieraandoeningen kunnen zijn;
  • welke geneesmiddelen gebruikt worden bij schildklieraandoeningen.
H. Elling, F. van Opdorp, L. Blom
18 Neurologische aandoeningen
Samenvatting
Aan het eind van het hoofdstuk weet je:
  • wat epilepsie is en welke geneesmiddelen daartegen gebruikt worden;
  • wat koortsconvulsies zijn en wat je ertegen kunt doen;
  • wat migraine is en dat er een verschil is in de behandeling van een aanval en preventie;
  • wat de ziekte van Parkinson is en welke geneesmiddelen daarbij gebruikt worden;
  • dat de klacht duizeligheid moeilijk te diagnosticeren en te behandelen is;
  • wat dementie en een delirium is en wat de verschillen tussen beide zijn.
H. Elling, F. van Opdorp, L. Blom
19 Geneesmiddelen bij psychiatrische aandoeningen
Samenvatting
Aan het eind van het hoofdstuk weet je:
  • dat psychiatrische aandoeningen gekenmerkt worden door gedrags- en denkstoornissen;
  • de verschillen tussen depressies, angststoornissen, psychosen en aandachtsstoornissen;
  • dat elke psychiatrische aandoening een eigen groep geneesmiddelen (psychofarmaca) kent;
  • dat bij psychiatrische aandoeningen soms een combinatie van geneesmiddelen wordt gebruikt;
  • dat het voor de behandeling belangrijk is dat psychiatrische patiënten hun geneesmiddelen volgens voorschrift gebruiken en dat de apotheek een beperkte rol heeft bij het begeleiden van deze patiënten.
H. Elling, F. van Opdorp, L. Blom
20 Geneesmiddelen bij kwaadaardige aandoeningen
Samenvatting
Aan het eind van het hoofdstuk weet je:
  • wat kwaadaardige aandoeningen zijn;
  • wat het begrip kanker inhoudt;
  • welke verschillende therapiee¨n worden toegepast bij kwaadaardige aandoeningen;
  • welke geneesmiddelen gebruikt worden bij kwaadaardige celgroei om de celgroei te remmen en om de begeleidende verschijnselen te verminderen;
  • hoe patiënten met kanker en hun familie in de apotheek benaderd kunnen worden.
H. Elling, F. van Opdorp, L. Blom
21 Oogaandoeningen
Samenvatting
Aan het eind van het hoofdstuk weet je:
  • aan welke eisen geneesmiddelen moeten voldoen die in of rond het oog worden toegepast;
  • welke middelen worden gebruikt bij irritatie en oogontsteking, bij ooginfecties en bij glaucoom.
H. Elling, F. van Opdorp, L. Blom
22 Vitamines en mineralen
Samenvatting
Aan het eind van dit hoofdstuk weet je:
  • welke functies vitamines hebben voor de gezondheid;
  • hoe vitamines worden toegepast bij gebreksziekten;
  • om welke redenen vitamines verantwoord preventief gebruikt kunnen worden;
  • hoe binnen de alternatieve geneeswijzen hooggedoseerde vitamines worden toegepast;
  • welke functies mineralen voor de gezondheid hebben;
  • welke rol calcium speelt in het lichaam en in welke situaties extra calcium moet worden gebruikt;
  • wat de meest voorkomende oorzaken van bloedarmoede zijn;
  • waarom in sommige gevallen ijzer gebruikt moet worden en ken je de meest voorkomende bijwerkingen en interacties met ijzer;
  • wat het fluoradvies inhoudt en ken je de achtergrond van dat advies.
H. Elling, F. van Opdorp, L. Blom
Nawerk
Meer informatie
Titel
Farmacotherapie in de apotheek
Auteurs
H. Elling
F. van Opdorp
L. Blom
Copyright
2009
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
Elektronisch ISBN
978-90-313-7739-8
Print ISBN
978-90-313-5448-1
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-313-7739-8