Gepubliceerd in:
2011 | OriginalPaper | Hoofdstuk
46. Fantasie
Samenvatting
Wesley heeft van zijn oma een grote, ouderwetse knikker gekregen. Hij noemt het zijn toverknikker en als hij één oog dichtknijpt en met het andere door de gekleurde strepen heen tuurt, zegt hij dat hij Selvies ziet. Dat is een kaboutervolkje waar zijn vader hem voor het slapen gaan verhaaltjes over vertelt. ‘Zie je ze nou echt?’, vraagt leidster Rania, ‘of verzin je ze?’ Wesley knikt hevig met zijn hoofd: ‘Nee, echt hoor!’ Hij is bijna vier.