Skip to main content
Top
Gepubliceerd in:

01-06-2015 | Wetenschap

Executief functioneren bij kinderen met ASS: een analyse van de BRIEF

Auteurs: M.L. Bezemer, Dr. E.M.A. Blijd-Hoogewys, Prof. dr. P.L.C. van Geert

Gepubliceerd in: GZ - Psychologie | Uitgave 5/2015

Log in om toegang te krijgen
share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Samenvatting

De Behavior Rating Inventory of Executive Functions (BRIEF) wordt steeds vaker gebruikt in de klinische praktijk. Het is een vragenlijst die klachten op het gebied van het executief functioneren (EF), bij kinderen in de leeftijd van 5 tot 18 jaar, in kaart brengt. Ouders vullen deze vragenlijst in. De BRIEF is niet voorbehouden aan een specifieke klinische populatie; de vragenlijst is echter wel interessant voor kinderen met ASS. EF-problemen komen immers vaker voor bij deze doelgroep.
BRIEF-scores van drie DSM-IV-TR ASS-subgroepen zijn geanalyseerd (n=35 met Autistische Stoornis, n=27 met Stoornis van Asperger, n=65 met PDD-NOS). De totale ASS-groep laat verhoogde scores zien op bijna alle BRIEF-schalen. Ouders rapporteren op de Flexibiliteitschaal zelfs klachten van klinische ernst. Dit duidt op moeite met schakelen tussen verschillende gedachten of gedragingen. Diverse BRIEF-schalen blijken samen te hangen met performale intelligentie. De ernst van de EF-klachten bij kinderen met ASS blijkt geen relatie te hebben met de klinische sub-typologie: de BRIEF-schalen differentiëren niet tussen de drie ASS-subgroepen. Dit is in overeenstemming met het verlaten van deze subgroepen in de DSM-5. Opvallend is dat de Negativiteitschaal, één van de twee validiteitsschalen, bij het merendeel van de kinderen met ASS een afwijkende score laat zien. Dit heeft te maken met de inhoud van deze schaal, die voor het merendeel bestaat uit items die verwijzen naar rigiditeit.
Het advies aan clinici is om bij het gebruik van de BRIEF bij kinderen met ASS met name te letten op de Flexibiliteitsschaal en de Negativiteitschaal. Deze laatste dient daarbij niet als een indicatie voor verminderde validiteit gezien te worden, maar eerder als een unieke eigenschap van hun BRIEF-scoreprofiel. Het kan immers wijzen op rigiditeitsproblematiek.
Voetnoten
1
Een dergelijke referentiegroep is ook gebruikt door Tsatanis en collega’s (2010).
 
2
Alleen PIQ is meegenomen, omdat er geen significante correlaties waren tussen de BRIEF-schalen en VIQ (zie ‘Relatie tussen IQ en EF’).
 
Metagegevens
Titel
Executief functioneren bij kinderen met ASS: een analyse van de BRIEF
Auteurs
M.L. Bezemer
Dr. E.M.A. Blijd-Hoogewys
Prof. dr. P.L.C. van Geert
Publicatiedatum
01-06-2015
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
Gepubliceerd in
GZ - Psychologie / Uitgave 5/2015
Print ISSN: 1879-5080
Elektronisch ISSN: 1879-5099
DOI
https://doi.org/10.1007/s41480-015-0036-7